111
Riet van Diepen is aan het woord en
Theo vult aan
Gezin
Muja Blokker
De boerderij van de familie Van Diepen aan de Noordschinkeldijk 7 heeft al verschillende malen
aandacht in de Clock gekregen. Met onder andere de bijzondere zomerstal en de mooie plaat
op de voorkant van ons blad. Toen we hoorden dat de laatste leden van deze familie de woning
wilden verruilen voor een kleinere, werd het tijd voor een interview. De ontmoeting met broer
Theo (1930) en zus Riet van Diepen (1932) was gezellig met een rondleiding door de boerderij,
maar het interview werd uitgesteld tot na de verhuizing.
Vader Piet (Petrus) van Diepen werd geboren in 1894 in
Obdam en moeder Betje (Elisabeth) Poland in 1894 in De
Weere, gemeente Hoogwoud. Op 21 april 1921 trouwden
ze in Hoogwoud. De vader van pa (opa van Diepen) had
zelf een boerderij en was veehandelaar. Hij kocht de stolp
inclusief grasland in 1918 voor zijn oudste zoon. Maar
pa was nog niet getrouwd, dus kwam zolang oom Jaap
Boots, een broer van vaders moeder, op het bedrijf voor
drie jaar. In mei 1921 zijn pa en moe op de boerderij be
gonnen. Moeder was geen boerenmeid maar wist wel van
aanpakken. Oom Jaap ging eruit, nam zijn koeien mee en
liet de stal vuil achter. De stront lag er nog. Vader haalde
emmers water uit de sloot en moeder maar boenen, da
genlang.
Het was een grote boerderij met twee vierkanten. Twee
bedsteden in de woonkamer, een in de slaapkamer en
twee bedsteden op de koeiengang. Hij was oud (bouwjaar
1878), de latten van de kamer waren donkerrood geverfd.
Op de stal was ruimte voor twintig koeien. Pa is met tien
koeien begonnen, die toen duizend gulden per stuk kost
ten. Een hoop geld voor die tijd. Een paar jaar later kwam
de crisis en toen waren ze nog vijfhonderd gulden waard.
Het was een slechte tijd. Menige boer in de omtrek redde
het niet. Als de pacht niet op tijd betaald werd, moesten ze
stoppen. Buren wisselden vaak af. Vader moest huur be
talen aan opa, maar als hij het niet had, moest die maar
even wachten. Met familie kon dat.
Het gezin telde negen kinderen. Allen zijn op de boerderij
geboren en getogen en gedoopt in de katholieke kerk in
't Zand. De broers en zussen liepen gezamenlijk of met
andere kinderen naar school, 's Morgens om half 8 met
je broodtrommeltje op pad. Je moest om 8 uur in de kerk
zijn en om half 9 begonnen de lessen. Ze hadden niks
te klagen, volgens Theo, want de jongens van Tamis, die
onder duin woonden, moesten nog langer lopen. Na de
lagere school gingen de jongens naar de landbouwschool
en de meisjes naar de huishoudschool in Schagen. Op de
jongste zoon na: Jan (1941) wilde doorleren om pastoor
te worden. Moeder vond hem nog te jong en stuurde hem
eerst naar de mulo. Toen hij dertien jaar was ging hij naar
54