De 'Bergrede'
Verspreiden van roddels
handel tegen scherpe prijzen de
producten aan de leden te kun
nen aanbieden. Je moest lid zijn
van de verbruikscoöperatie om er
profijtelijk je brood en levensmid
delen van te kunnen betrekken.
Ook werd er van de aspirant-leden
verwacht een eenmalig lidmaat
schapsgeld te betalen waarvan
de hoogte van het bedrag per ver
eniging verschilde. Dat geld kon je
beschouwen als het werkkapitaal
van de coöperatie. Bij gunstige
bedrijfsresultaten werd aan haar
leden een dividend uitgekeerd. De
leden konden invloed uitoefenen
op het beleid van de vereniging
via de ledenvergaderingen die
jaarlijks plaatsvonden.
Dominee France zal hierbij zeker gedacht hebben aan de
'Bergrede', beschreven in zowel het evangelie van Mat-
teüs (Mat. 5-7) als in het evangelie volgens Lucas (Luc. 6:
17-49) - Jezus neemt het op voor de armen en de zwak
keren en spreekt hen zalig - voordat hij aan zijn speech
begon op donderdag 29 januari 1920 in hotel Duinzicht
in Callantsoog. Op die datum werd er een oprichtingsver
gadering belegd met als doel het stichten van een ver
bruikscoöperatie in Callantsoog. Hij sprak daar voor een
vijftigtal aanwezigen.
Enige citaten uit zijn rede:
Duurte en duurtebestrijding mag geen politiek spel wor
den, daan/oor is de zaak te ernstig. Duurte is een maat
schappelijke zwakte en ontwrichting die door schijn van
uiterlijkheden verborgen blijft doch onvermijdelijk met de
allerergste noden aan het licht komt. En wat was de klant
tijdens de oorlog? (Eerste Wereldoorlog, MM) De citroen
die werd uitgeknepen. De consument, de geplukte, de
uitgebuite wordt zich bewust van zijn eigenwaarde. Hij
dient de zaak in eigen hand te nemen door:
1e mee te spreken in het bepalen van de hoedanigheid
en den ten besteden prijs der artikelen.
2e eigen winkels op te richten met de winkelstand aan
zijn zijde.
3e bij het produceren mee te spreken over de prijs. Het
maken van winst niet op de voorgrond te stellen en in
principe uit te schakelen.
4e aan hen die in dienst zijn een onaantastbare levens
positie verstrekken.
Volgens de krant volgde hierop een levendig applaus van
de aanwezigen. Na de pauze werden vragen uit de zaal
beantwoord. Een van de vragenstellers was de school
meester Langhorst. Hij vroeg aan de zaal of ze kennis
Oude laag voor 1906
hadden genomen van het schrijven in de Schager Cou
rant van de winkeliers Maarten Hoek en Klaas ten Boekei.
Langhorst keurde de handelwijze van beide scribenten af.
In zijn betoog gebruikte hij onder andere deze zinnen:
Wie schept er behagen in een dergelijk vies en vuil stuk
te schrijven? En: Onwaardig voor zo'n kleine gemeen
schap als Callantsoog.
De beide kruideniers vreesden de komst van de coöpe
ratie, ze wilden hun huid zo duur mogelijk verkopen. Ze
bedienden zich van het verspreiden van roddels aan de
toonbank en schrijven van ingezonden stukken naar de
Schager Courant. De strategie van de beide mannen was
het 'zwartmaken'van de initiatiefnemers die vóór vestiging
van de coöperatie in Callantsoog waren. Naast dominee
France, waren Jacob Mooij Mzn, Dirk Johannes Modder
en Pieter de Haan de overige initiatiefnemers.
Hoek en Ten Boekei voerden zakelijk argumenten aan die
wel het overdenken waard waren.
Citaten:
Bij komst van de coöperatie in Callantsoog verdwijnt de
winst uit de gemeente. Dat is schadelijk voor een opko
mende badplaats.
Als de eigen bevolking de winkelstand in de steek laat
dan is dat een verschraling van het dorp. Als het waar is
dat de Coöperatie goedkoper is dan willen we best met
onze leverancier praten en kortingen bedingen.
De psychologische oorlogsvoering, door op de man te
spelen, werkte contraproductief.
Waar meester Langhorst op doelde waren de unfaire be
jegeningen van Hoek en Ten Boekei: Die dominee staat
bij ons in het krijt (niet betaalde rekeningen, MM). Laat
hij zich bemoeien met de kerk, zondag preekt hij voor
een paar mensen, de rest blijft thuis. De kerklasten zijn
net verdrievoudigd om zijn traktement te kunnen betalen.
63