van Nog enkele interessante gegevens: maar met die masten en ra's was hij er nog niet. Er moest nog tuigage op. Ome Aai Mooy, een oud varensgezel bracht de oplossing. Wie de zeilen gemaakt heeft, weet ik helaas niet, maar Ome Aai wist het tuig, met volle bewondering van mijn vader, keurig op zijn plaats te brengen. Ik kan mij goed herinneren hoe 'groos' hij was toen hij de romp voor de tweede maal in de lak zette. Een pronkstuk was het geworden. Dat pronkstuk werd door mijn trotse vader op 24 mei 1962 bij de opening van het bejaarden huis geschonken. Het kreeg een verdiende ereplaats in de entreehal. Toen het bejaardenhuis gesloopt moest worden, is het scheepje nog in hotel De Horn, waar de bejaarden tij delijk waren ondergebracht, te zien geweest. Misschien heeft het scheepje, als zij er langs liepen, nog iets van een thuisgevoel gegeven. Het scheepje was door alle omstandigheden nogal be schadigd uit de strijd gekomen. Het was de toenmalig voorzitter van Huys ten Oghe, Ap de Vries, die zich het lot van dit werkstuk heeft aangetrokken en het ook in be scherming heeft genomen. Hij heeft het vervolgens door familie Huisman uit Julianadorp geheel laten opknappen. Prachtig gedaan, een pluimpje! Het scheepsmodel van deze haringbuis uit de jaren 1500 en gemaakt met volle overtuiging en liefde door mijn va der Piet Vos, staat nu in de museumboerderij Tante Jaan- tje en daar ben ik, als zoon, heel trots op. In Hoorn werden in 1415 de eerste haringbuizen gebouwd, lengte ongeveer 20 meter. In Vlaardingen bouwde een werf in 1741 zo'n schip in acht weken (mijn vader had langer werk). De vroegere naam was 'boyssen', levensduur ongeveer 20 jaar. In 1600 waren er in Holland tussen de 1000 en 1500 van die schepen, in 1832 nog maar 120 stuks. Op het bord in de kerk staat dat in 1530 Tot ses en dertigh stuks alleen ten haring gingen. Deze schepen lagen als ze niet aan het vissen waren in de haven van 't oogh. Jan Smit, lid van de Historische Vereniging Den Helder, las in de laatste Clock over Wim Lastdrager. Hij heeft zijn herinneringen aan ons gestuurd, waarvoor we hem har telijk danken. We lezen in zijn brief: "Wij hebben Willem leren kennen in de oorlogstijd, toen hij was ondergedoken in Tuindorp bij zijn familie. Wij wisten niet, dat hij ondergedoken was. In de laatste twee jaren van de oorlog 1940-1945, omdat er geen scholen meer open waren, hebben Bram Noe en Jan Smit een tijd bij Willem Lastdrager in Tuindorp schoolwerk gedaan. Wij waren toen rond die tijd 11 jaar en wij waren niet op de hoogte, dat hij daar eigenlijk onder gedoken was. Onze vaders (Cor Smit en de heer Noe) waren in dienst bij Gemeentewerken in Den Helder en die twee heren i hadden gezorgd dat wij school hadden bij Willem in een bovenkamertje, in Tuindorp. Na de capitulatie in 1945 konden we weer naar school gaan. Er waren veel scho len buiten dienst of vernield en de leerlingen zaten overal verspreid. Willem is, weet ik, in Den Helder op de Tuindorpschool onderwijzer geweest en werd later zelfs hoofd van de Tuindorpschool." In een eerdere Clock (juni 2013) stond een foto van een voetbalteam. Marianne de Wind kon ons de ontbrekende namen geven. De voornaam bij Koenders kan worden in gevuld: dat is Gerrit. Naast George van Ee zit de echtge noot van Marianne, Henk de Wind. Helaas weten we nog niet de datum waarop deze foto is gemaakt. 80

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2013 | | pagina 20