Marytie Muller (1703=1762)
de huisvrouw van Jan Harge.
Schoolmeester
Jan T. Bremer
Hier leyt begraven Marytie Muller Huisvrouw van Jan Harge in Den Heeren gerust op de
23 lanuary 1762 Out Synde 58 lare 3 Maande I en 123 Dagen
Er liggen veel echtgenotes van bekende figuren uit de
achttiende-eeuwse samenleving van Huisduinen/Den
Helder begraven op de begraafplaats van Huisduinen.
De meesten van deze vrouwen speelden, althans in
het openbare leven, zelf nauwelijks een rol. Maar Mary
tie Muller, wier man meer dan een jaar onterecht in de
ondergrondse arrestantenbergplaats van haar geboorte
dorp Callantsoog gevangen gehouden werd, trad toen dat
nodig was, wel degelijk in de openbaarheid.
In februari 1742 richtte zij zich zelfs tot de
Staten van Holland "met een bitter beklag
over de behandeling haren man aange
daan en het verzoek zijne zaak verder
door den Hooge Raad te doen berech
ten."
Dit rekest had tot gevolg dat Jan Harge,
die al vanaf 6 december 1740 gevangen
gehouden werd in een kuil in de grond
met een luik als deksel, op 7 oktober 1742
werd opgesloten. Het vonnis dat het Hof
een half jaar later, op 5 april 1743, velde
was voor de aanklager vernietigend.
Jan Harge werd vrijgesproken en tegen
zijn aanklager werd een vervolging inge
steld. Maar, zoals zo vaak, de hoofdper
soon, mr. Jacob Coren van der Mieden,
door zijn huwelijk met Suzanne Doublet
voor één vierde Heer der Heerlijkheid
Callantsoog, was inmiddels 'uitgeweken!
Alleen de 'kleine jongens', waaronder
Theunis Muller, een oom van Marytie,
werden gearresteerd en veroordeeld.
Marytie Muller was op 7 oktober 1703 te
Callantsoog geboren als dochter van Pie-
terWillemsz. Muileren Elisabeth Wonder
(Lysbet Jans). Op 10 juni 1725 trouwde
ze met de schoolmeester Jan Harge, die
op 5 augustus 1703 geboren was als
zoon van de Huisduiner schoolmeester
Willem Dirksz. van Harge en Maartje Aar-
jendr. Vader uit Groote Keeten.
Maryties vader, Pieter Muller, die behalve
baljuw, schout, dijkgraaf, secretaris, rentmeester van Cal
lantsoog óók 'opsiender van 's Lands Werken' op Texel,
Vlieland en Terschelling (sedert 1707) en Den Helder (se
dert 1727) was, deed in 1726 vrijwillig afstand van zijn
baantjes als schout, dijkgraaf, secretaris en rentmeester
ten behoeve van zijn schoonzoon Jan Harge. Al gauw as
sisteerde Jan Harge zijn schoonvader bij de waterstaats
werken op Vlieland en Terschelling. Na overlijden van
Pieter Muller in juni 1753 werd zijn zoon Jan Wonder Mul-
76