Verkering Schoonouders Jan Vos en Nel Seymour Diploma's Huwelijk Op latere leeftijd kreeg Jo twee dagen in de week een werkhuis in de Zaanstreek. De vrouw van haar werkhuis heette Seymour. Haar zus, Nel Seymour, was getrouwd met Jan Vos. Deze Jan Vos was één van de zestien kin deren van opa Jacob Vos en opoe Grietje Vos-Louwe, die in de stolpboerderij op Dorpsplein 33 woonden. (Zie de Clock jaargang 14 nr. 3). Zus Nel kwam ook uit de Zaan streek. Hun zoon Eduard logeerde wel eens bij zijn oom en tante en zo leerde Jo haar toekomstige man kennen. Jo vertelt: "Ik ben een keer op de fiets samen met die tante bij wie ik werkte naar St. Maartensbrug geweest. In de oorlog had de familie Vos aan de Ruigeweg in een stuk bos een zomerhuis gebouwd. Toen zij het dorp Cal- lantsoog moesten verlaten, hadden Jan en Nel met hun twee kinderen daar onderdak gevonden. Daar ontmoette ik Eduard weer en kreeg verkering met hem." Vanuit Krabbedam, waar hun dochter Tony op 6 december 1919 geboren werd, begonnen Jan Vos en Nel Seymoeur vanuit huis vandaan tabak en sigaren te verkopen. Jan Vos werkte als stoker op de gasfabriek in Warmenhuizen, maar moest om gezondheidsredenen daarmee stoppen. In 1923 betrokken zij het winkeltje in Callantsoog. Jan huurde het pandje van zijn één jaar jongere broer Piet. Op 31 augustus 1924 werd daar zoon Eduard geboren. Zijn volledige naam was Edward Thomas Johannes en hij werd Eduard genoemd. Hij was vernoemd naar drie fami lieleden van zijn moeders kant, die op jonge leeftijd aan de vliegende tering gestorven waren. Omdat het gezin tijdens de bezetting het winkeltje moest verlaten liep va der Jan vanuit St. Maartensbrug met een bak sigaren (3 cent per stuk) langs de huizen en boerderijen. Daar aan de Ruigeweg is Eduards zuster Tony op 23-jarige leeftijd overleden aan een hersenvliesontsteking. In 1946 keerde de familie terug naar de winkel. Jo:" In mijn verkeringstijd heb ik dichterbij werk gezocht. Er woonde een tante van Eduard in Anna Paulowna. Tante Maartje Vos, die getrouwd was met een Liefhebber. Daar heb ik enkele weken gewerkt en doorgebracht. Van af daar heb ik op een advertentie gereageerd voor dag en nacht bij Annie Vel aan de Zuidschinkeldijk 4 te Callants oog. Eduard woonde na de oorlog weer in het dorp en zo konden we elkaar vaker zien. Hij volgde samen met mijn oudste boer Dirk een opleiding voor metselaar in Amster dam. Zuid-Nederland was eerder bevrijd en daar konden ze aan het werk. Wederopbouw ging voor, er moest een school in Limburg worden afgemaakt. Ze verbleven daar de hele week en kwamen in het weekend naar Wormer- veer. Het ene weekend ging ik naar de Zaanstreek toe en het andere weekend kwam hij naar Callantsoog, waar hij gelijk zijn ouders bezocht. Na één overnachting vertrok hij weer naar de Zaanstreek om samen met mijn broer door te reizen naar Limburg. Dat hebben ze anderhalf tot twee jaar gedaan. Daarna kreeg hij werk in Den Helder. Terwijl ik bij Piet en Annie Vel werkte, heb ik mijn Midden standsdiploma gehaald. Driemaal in de week fietste ik 's avonds naar Schagerbrug. Halverwege met Chiel Veuger, zoon van de smid, die aan de Stolpen woonde en Niek Tromp, die aan de overkant van een boerderij kwam. Sa men gingen we verder naar de oude school in Schager brug. Terug ging het net zo en reed ik het laatste eindje weer in mijn eentje. Toen Eduard en ik in ondertrouw gin gen, had ik mijn diploma op zak." "Op 14 juni 1948 zijn we in Wormerveer getrouwd. Na ons huwelijk woonden we in een huisje aan de Op 't Landt- weg. Het was een dubbel zomerhuis, De Tandem gehe ten, dat door de gemeente gevorderd was. Ik was onder tussen met lessen begonnen voor een Tabaksdiploma. In 1949 wilden mijn schoonouders uit de winkel vandaan. Ze waren dik zestig en wilden de zaak verkopen. Maar hier stak Oom Piet een stokje voor, want het pand was van hem en werd door zijn broer gehuurd. Hij had altijd gezegd dat als zij eruit zouden gaan, Eduard er in mocht. Mijn schoonouders gingen terug naar het zomerhuis, dat nog aan de Ruigeweg stond. 46

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2013 | | pagina 6