11 oktober 1743 werden alle ambten: baljuw, dijkgraaf, houtvester, schout, secretaris, rentmeester en strand vondervan het Middenstrand, weer aan één man toever trouwd, te weten aan Cornells van Duysburg. Er was ook een strandvonder voor het Zuiderstrand, en één voor het Noorderstrand. Dit was zo ontstaan op 25 februari 1718 toen aan baljuw Cornells van den Heuvel wegens ouderdom twee hulpstrandvonders werden toe gevoegd. Omstreeks de tijd van het proces Harge waren Teunis Muller en Adriaen Jansz. Blank eveneens strandvonders. Er kwamen vroeger vele strandingen voor, zoals bijvoor beeld in de jaren 1741 tot en met 1744, blijkens de Inven taris van het Oud Archief, niet minder dan 8, te weten: 18 december 1744 Het aalschip de Princes Royaal; schipper Otte Tjeerds, van Londen naar Workum. 20 december 1744 Het fluitschip de Juffrouw Anna, geladen met zout; kapitein Jan Mooijeboer, van St. Ubes naar Am sterdam. Hiermede ben ik aan het eind gekomen van het doel, dat ik mij had gesteld, namelijk om aan de hand van onder andere de Inventaris van het Oud Archief van Callantsoog enige uitbreiding te geven aan hetgeen "Callants-Oogh tot den Leeser" over haar historie - en dat is dus die tot 1741 - vermeldt. William Erskine en 17 januari 1741 De brigantijn de Lovely Bethy; begraven werden de aangespoelde lijken van Charles Turner. 19 september 1742 Het Oost-Indische retour schip Horstendael. De lading werd gelost; het schip door storm uiteengeslagen. Hier over ontstond een proces tus sen de heren van Callantsoog en de bewindhebbers van de Oost-Indische Compagnie. Het ging er blijkbaar om het strandrecht van de heren van Callantsoog te bewijzen. 17 oktober 1742 Aangespoeld laken, karsaai (grof gekeperd laken). 12 november 1742 Gestrand het schip de Si lence, geladen met steenkool van Sunderland naar Rotter dam, kapitein John Dail. 8 februari 1743 De brigantijn Le Saveur, ge laden met Spaanse wol, kapi tein Antonie Duller. 19 november 1744 Het schip de Richard, van Sunderland naar Rotterdam, geladen met steenkool; kapi tein John Anderson. Masten, touw, zeilen, ankers, werden geborgen. In 1744 Ook gestrand het schip de Mary Gold, geladen met ko per, ijzer, lood en balken. Ka pitein Philip Green. Mr. Jacob Coren van der Mieden vluchtte nadat zijn broer hem had gewaarschuwd! 60

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2013 | | pagina 20