In Callantsoog is maar 1 tmSn
Uit het tijdschrift Floralia, waarin opgenomen Huis en Hof - 6 april 1955:
••«jsrri.r
Bent u in september wel eens in Callantsoog geweest?
Hebt u er toen een kleurrijke tuin ontdekt met veel Ce-
rastium en Goudsbloemen? Dan is dat de tuin van de
heer en mevrouw Rotgans geweest. Dat kan niet anders,
want het is de enige tuin in die bijna 'groenloze' gemeen
schap. En wilt u nu eens precies weten hoe die tuin daar
tot stand is gekomen? Dan moet u voor déze keer eens
niet éérst de plaatjes gaan bekijken, behalve de foto die
hierboven is afgedrukt. U zoudt nu dan eerst het artikel
moeten gaan lezen en dan pas het restant aan foto's be
zichtigen. Ja, zó zou het moeten, maar dat hebt u niet
gedaan, want u heeft allang die tuin van Callantsoog op
de foto's gezien. Maar bekijk dan nóg maar eens goed
dat stukje 'zandwoestijn; want wie deze foto éérst zag,
kan het beste overtuigd worden van het doorzettingsver
mogen en de moed van een liefhebber, die, in dat 'barre
oord' wat Callantsoog voor planten en bloemen is, na vijf
jaren worstelen, een droog, verwaaiend stuk duinzand tot
zulk een goed resultaat wist te brengen. En dat is dan
de inleiding tot een stukje 'treur- en blijspel', waarvan we
de resultaten-in-winterse-sfeer op één der eerste zachte
Maartdagen persoonlijk hebben gezien!
Toen we met de bus, op weg naar Callantsoog, het sta
tion Schagen verlieten, zagen we in voortuintjes nog
donkergroene hulst en taxus en zelfs een paar Cedrus
staan, maar hoe meer het doel werd benaderd, hoe min
der 'groen' het grauwbruin gevroren weiland onderbrak.
Langs een kronkelende weg, smal en doorgaans boom
loos, sudderden we verder tot de smalle duinrij was be
reikt en onze abonnee, de heer H.J. Rotgans, ons het
"welkom" toeriep.
Dat was dus Callantsoog!
Hier en daar witte huizen met rode daken tussen de min
der opvallenden, een stip groen op de kerktoren met op
de achtergrond, als een dromedaris-in-rust, twee duin
ruggen waartegen deze woongemeenschap in een vrien
delijk zonnetje scheen te soezen. Héél in de verte een
groene vlek, zoals later bleek, een aanplant van Oos
tenrijkse dennen! Maar dat was ook al. Daarna zaten we
vol aandacht te luisteren naar wat de heer Rotgans ons
te vertellen had over de tuin bij zijn gezellig huis dat op
een splitsing van twee wegen ligt met rondom een smalle
strook duingrond. Maar, nu moet u eerst even weten dat
deze liefhebbers uit Bussum afkomstig zijn! Een goed
verstaander heeft dan ook maar een half woord nodig!
Dat was in 1950.
Hun tuin was door de 'bouwlieden' uitverkoren als 'ver
stopplaats' voor alle overschot aan steen, glas en afval.
Misschien komt er nog eens een minister die tegen dit
euvel ook eens een wetje wil maken? Of, de bouwers
moeten zélf nog eens zoveel begrip voor andermans leed
krijgen? Tot zolang moeten liefhebbers blijven ploeteren
in dit ongemak. Alzo ook de heer Rotgans. Enfin, hij is
er doorheen gekomen op het restant na waarmee hij de
eerste tien jaren nog wel te maken zal hebben.
De trots van deze liefhebber is de door hemzelf gebouwde
muur. Dacht u dat hij maar even een vracht mooie, oude
steentjes heeft laten aanrukken? Wel nee, hij gebruikte
alles wat maar te vinden was, zelfs volkomen waardeloze
halve en kwart stenen en met veel aardiger resultaat! En
dat als een volslagen leek op het gebied van metselen en
iemand die in de familiekring voor zeer onhandig door
ging! (Nu niet meer, natuurlijk!)
De heer Rotgans heeft me verzocht vooral hierop de aan
dacht te vestigen tot aanmoediging van alle "onhandige"