Broer Pieter vertrekt
r
GROENLANDVAJ DER
Gravure A. de Bio is 1683) naar een teekening van C. Moy.
J.
A SbifïXü*
C. VJruL,*,
ii iiU^t Jür/Mtt
l', jFiliJ
Sxtrrt* Rurï. &s
A ,/fsj yJtVu
tStr*nrSu?t>v.M**
L .Uur Ld.fLv
t. £Ultitur**h*ji
trt. ,ft*& mjfzxJta*&
n, Xjt'. ft'j
0. A j p. -Utt
Sbr. ef tfrvctr .42*»A.iflWrr
r. JfcÉAur
■iJtdjrf .for/
-t: .VA/
.IT, AtArf+tdur v.t,/ALar*fK
J', .iW
jr. Xmt-t/Spl M*ii*
IN DE IJSZEE.
(.Aantuezip if*- dc collectie Honig, Museum Zaandyfc.)
Op zondag 2 juli moet Mooy bedroefd toezien dat het
schip van zijn broer Pieter vertrekt. Nadat men op 4 juli
weer een beetje vooruit is gekomen, ligt alles weer dicht.
Niet ver van de Frankendaal is een Engels schip komen
liggen. Op 6 juli kunnen beide schepen zeilen; als het 's
avonds donker en mistig wordt, moet men weer aan het
ijsveld vastmaken. Op 8 juli meldt Mooy dat ze maar geen
doortocht door het ijs kunnen vinden. Ze schieten die dag
een ijsbeer; Mooy geeft als voetnoot: "De Groenlandsche
Beeren zyn geheel wit, ter groote van een kleine Os. Men
schiet dezelve uit hoofde van 't gevaar als ook om 't voor
deel van den Huid; wy hebben nogtans op een andere
Reize de Engelschen Beeren vleesch zien eeten, zon
der eenig gevolg, dan dat zy over hun geheelen lichaam
vervelden." Op 9 juli leggen ze aan een ijsveld vast waar
ook een ander schip aan ligt. Ze blijven het Engelse schip
zien. Op 12 juli schieten ze een zeehond, waar men lek
kere soep van kookt. Mooy geeft het recept: "...wanneer
dezelven gevild en 't Spek 'er afgesneden is en het vlees
met Gort gekookt zynde, geeft een aangename Soep, niet
alleen ter verversing, maar ook teffens tegen de Scheur
buik'.'Op 13 juli zien ze drie schepen ten noordoosten van
hen zeilen. Het zijn 'De geheime raad van Goehler' uit
Altona (commandeur Hans Christiaan Jaspers), de 'Sally'
uit Londen (commandeur Matthieu Weatherhead) en de
'Walvischjager' uit Huil (commandeur William Allen). Alle
vier de schepen liggen nu vast in het ijs. Op 21 juli ver
koopt Mooy een vat walvisstaart aan Jaspers "voor zijn
volk om te eten voor de Scheurbuik." Op de Frankendaal
komt gelukkig nog geen scheurbuik voor. Er komt ook
nog een Zweeds schip bij hen liggen, de 'Gothenburg'
uit Gothenburg (commandeur Volkert Klaassen). De vijf
schepen liggen vast, zeilen soms een stukje, maar komen
niet uit het ijsveld. Op 30 juli overlijdt harpoenier Hendrik
Eden ten gevolge van een natuurlijke ziekte. Ze houden
driemaal daags kerk om te bidden om verlossing uit het
ijs. Men realiseert zich dat de reizen naar Groenland zo
wel gevaarlijk als voordelig zijn en Mooy legt zijn lot en dat
van zijn bemanning in Gods handen.
Er gebeurt weinig op de dagen die volgen.
(wordt vervolgd)