"Water tot aan Amsterdam"
"Maken dat ding!"
Epiloog
In 1953 verandert Mooij van werkgever. Hij begint bij Van
den Oort en Van der Vlies. Dit bedrijf uit Werkendam is in
die tijd belast met regulier onderhoudswerk in Huisdui
nen.
"Daarvoor was een speciale kraan nodig en die had Kui
per en Leeuwenkamp niet," verklaart Mooij de overstap.
"Wij waren bezig met de dijk toen in februari de waters
noodramp uitbrak. En die heeft ook daar heel wat schade
aangericht," weet Mooij. "Er waren drie grote gaten in de
dijk geslagen, tot boven aan toe. Het was een dubbeltje
op zijn kant. Geen mens die het weet, maar als het daar
was doorgebroken, was het water tot aan Amsterdam ge
lopen!"
De gaten worden met man en macht opgevuld - dat doet
Kuiper en Leeuwenkamp dan weer wél - en vervolgens
wordt de hele dijk vernieuwd.
"Onderhoud aan dijken ging anders dan aan dammen,"
zegt Mooij. "De zinkstukken voor de dijk - zo groot als
voetbalvelden! - werden gemaakt op drijvende bakken in
de marinehaven. Op 't Kuifje bij Balgzand om precies te
zijn. Als ze klaar waren, werden ze naar Huisduinen ge
sleept."
Er verschijnt een glimlach om zijn mond. "Door de golfslag
schommelden die bakken aldoor. Daar werd ik zeeziek
van. Na een jaar hield ik het voor gezien; ik nam ontslag."
Simon Mooij keert terug bij zijn vertrouwde Pettemer
aannemer en pakt het onderhoudswerk aan de dammen
weer op.
"'s Morgens om vier of vijf uur opstaan, of juist laat in
de middag, afhankelijk van het tij. En dat zes dagen per
week. Jawel, toen werkten we ook op zaterdag nog een
halve dag."
Alles gaat z'n gebruikelijke gangetje - business as usual
zeggen we tegenwoordig - tot het op een dag bijna mis
gaat. Bijna, want Simon Mooij kan het gelukkig nog na
vertellen.
"We waren op het strand bezig met een nieuw rooster van
zinkstukwiepen, toen er een zware onweersbui aankwam.
Inclusief bliksem en donder. En al redelijk dichtbij, de wind
werd steeds sterker. 'Hoe moet dan nou?'vroegen we ons
af. 'Maken dat ding!' riep aannemer Kuiper."
De werklui zijn zich bewust van de tijdsdruk - alles moet
immers binnen zes uur voltooid zijn - en werken verder.
Mooij: "We waren bijna met het zinkstuk klaar toen de
donderbui boven ons hoofd losbarstte. Er was een hoop
wind, zoals altijd met onweer. Het zinkstuk dreef af en
scheurde uiteen; een deel sloeg op de dam, het andere
dobberde op de golven. Wij stonden met een man of drie,
vier op dat deel en dreven stuurloos op zee. Zo link als
de pest! Meer nog dan voor de bliksem, was ik bang voor
de dreigende storm; één flinke golf en we waren omge
slagen."
Met een amfibievoertuig lukt het uiteindelijk de twee stuk
ken bij elkaar te brengen en aan elkaar te knopen. Het
loopt goed af.
"We waren allemaal doorweekt en zijn toen door aanne
mer Kuiper naar huis gebracht."
In 1962 stopt Simon Mooij definitief met het onderhouds
werk aan de duinen.
Het beheer van de waterkeringen langs de Noordzee- en
Waddenkust gaat op 1 april 1990 over van Rijkswater
staat naar het Hoogheemraadschap Noordhollands Noor
derkwartier. Dit gebeurt op instigatie van de Tweede Ka
mer - motie Eversdijk c.s. van 24 april 1978 - die stelt dat
"voldoende krachtige waterschappen" het beheer moeten
uitoefenen.
Aannemersbedrijf Kuiper en
Leeuwenkamp in Petten is
opgeheven.
Met dank aan historicus
Diederik Aten van
Noordhollands
Noorderkwartier voor de
aanvullende informatie.
Mobiele strandkeet jaren '50. Uiterst links staat Teun Oskam.
Van rechts af: Dirk Vos, Klaas Hollander, Simon Kruit, Gert ten Boekei, Klaas Roos. De kantonnier kwam uit Den Helder.
Wie herkent de mannen die 2e en 3e van links staan?
19