'V-V
Jfc. -■
-ff,"* - -
-v;
Eerste sloep bij Camperduin aangespoeld
Relaas Arnt
Overlevende Rekke wordt opgevangen door de familie Eduaard.
brengen hem een bezoek.
Hun zoon Jaap (links) met naast hem Vok Breed,
Na nieuwe hoge golven hadden vier van hen geen kracht
meer om zich stevig aan de boot vast te houden. Ze
sloegen overboord en verdwenen in de golven. De drie
overgebleven bemanningsleden, waaronder Arnt Rokke,
hierover later meer, dreven in de sloep verder.
Donderdagmiddag op eerste kerstdag raakte om twee
uur 's middags bij paal 26 te Camperduin een sloep op de
strekdam en sloeg om.
Een tiental wandelaars vormden een levende ketting en
begaven zich te water waarbij de voorste wel erg veel ri
sico nam door zover in zee te gaan.
Door dit risico slaagde men erin de Noorse stoker van
de Skoghaug, Rokke, op het droge te brengen. Het an
dere, toen al dode, bemanningslid spoelde drie kwartier
later op het strand aan. Onmiddellijk bracht men de sto
ker Rokke naar de vlak achter de dijk woonachtige fami
lie Eduaard, waar dokter Risselada uit Groet eerste hulp
verleende. Nadat de arts hem onderzocht had schreef hij
hem volkomen rust toe. De volgende dag is Arnt naar het
Centraal Ziekenhuis in Alkmaar gebracht. Inmiddels wa
ren de reddingsboten Dorus Rijkers uit Den Helder en de
Neeltje Jacoba uit IJmuiden uitgevaren om te gaan zoe
ken. De redders vonden echter geen overboord geslagen
bemanningsleden meer.
Achteraf bleek Rokke de enige overlevende van dit Noor
se schip. Hij werd uit het water gehaald door de 16-jarige
Jaap Eduaard en Vok Breed. Arnt kon op dat moment nog
geen opheldering geven over het aantal bemanningsle
den dat nog kans had gezien aan boord te komen van
de twee reddingssloepen van de Skoghaug. De uitgeputte
Rokke vertelde in zijn eigen taal, aangevuld met gebrek
kig Duits en Engels, zijn ietwat verwarde relaas. Onmid
dellijk na de knal was hij vanaf de stookplaat naar boven
geklommen. Daar heerste een onbeschrijfelijke chaos te
midden waarvan de kapitein bevel gaf de twee reddings
boten te laten zakken. Verscheidene van de 27 koppen
tellende bemanningsleden waren door het geweld van de
ontploffing te water geslingerd, andere gedood.
Of het kwam omdat de radio-installatie onklaar was ge
raakt, dan wel de marconist zwaar gewond of al dood
was, in ieder geval zag men geen kans meer om nood
signalen uit te zenden. Ook meende hij dat zich maar een
vijftal schipbreukelingen in beide sloepen bevond. Met
hem zaten twee gewonde opvarenden aan boord terwijl
zich in de tweede sloep slechts twee personen bevonden.
Of deze er in geslaagd zijn om andere drenkelingen als
nog aan boord te hijsen was hem onbekend. Nauwelijks
bereikten beide reddingssloepen het zeewater of het
stoomschip verdween in de golven.
77