Het Noorse SS Skoghaug verging
Kerstnacht 1947
Explosie
Inspectie van de aangespoelde sloep. Links Jaap Vriendjes en rechts zijn broer Klaas.
Wil Janssen
Veel Noord-Hollandse kustbewoners hoopten op een rustige kerst in 1947 maar deze werd
ruw verstoord door een scheepsramp waar vele instanties en particulieren beide kerstda
gen en erna bij betrokken raakten.
Eind december 1947 meldde de krant De Vrije Alkmaar
der dat er nog veel mysteries om de Skoghaug-ramp
waren en dat een ontploffing op dat schip had plaatsge
vonden tussen Egmond en Schoorl. Er blijven nog steeds
veel onbeantwoorde vragen over deze scheepsramp,
waarbij het Noorse schip in de golven van de Noordzee
ten onder ging.
Deze zeeramp, die plaatsvond tussen de (heilige) kerst
avond en de eerste kerstdag 1947, zorgde voor grote op
hef in veel Noord-Hollandse kustgemeenten.
Het schip was woensdag 24 december 1947, de dag voor
Kerstmis dus, om twee uur 's middags met een lading
steenkool vertrokken uit Rotterdam naar het Noorse Hau-
gesund. Om kwart over vier werd Hoek van Holland be
reikt waar de loods spoedig van boord ging. Met storm
achtige wind, hoge zeeën en zware regenbuien voer
men toen de zee op. Het schip bereikte niet meer dan
een snelheid van 7-8 knopen. Met een normale snelheid
zou het in niet meer dan een dag de afstand Rotterdam
naar Oslo doen. Kerstavond werd gevierd met wat extra
voedsel en varkensvlees steak. Ook mocht men een fles
aquavit delen (sterkedrank uit Scandinavië).
Ongeveer om half elf deze kerstavond volgde een enorme
explosie. Allen, behalve een 20-jarige student, kwamen
snel aan dek. Deze student brak namelijk bij het verlaten
van de lounge zijn rug en kon dus niet verder.
De achterste mast liet al los en wiebelde hevig heen en
weer. ledereen spoedde zich onmiddellijk naar de twee
motorreddingssloepen aan dek. Toen de bemanning de
touwen van de sloepen had doorgesneden viel het nog
niet mee om deze naar het water te laten zakken.
De Skoghaug zonk nadat ze iets meer dan 100 meter van
het schip verwijderd waren. Dit was ongeveer 25 minuten
nadat de explosie had plaatsgevonden. Spoedig hierna
sloeg door een hoge golf, veroorzaakt door het zinken
van het schip, de reddingssloep om. Allen belandden in
het ijskoude water. De bemanningsleden wisten zich vast
te klampen aan de gekapseisde boot, maar de een na de
ander hield dat niet lang vol, verloor deze strijd en ver
dween in de golven. Na enige tijd kon de reddingssloep
toch weer worden omgedraaid. Zeven bemanningsleden
kwamen weer aan boord, onder wie George Lonning.