Jaap Zwaan en Klaas Hoogschagen
Jaap Kuiper en echtgenote
Trien Thomasz
Jannie molk de koeien bij Swaerts. "Dat was heel moeilijk,
want het was aardedonker. Om niet in de sloot te belan
den, kroop ik op handen en voeten naar de koeien."
Leo Bromlewe was in 1940 gevlucht uit Duitsland en uit
geweken naar Callantsoog. "Den Helder was te gevaarlijk
door de luchtaanvallen." Hij vond onderdak in een schuur.
Het was afzien: "'s morgens lag de sneeuw centimeters
dik op de dekens."
Jannie's vader was machinist op het treintje dat werd ge
bruikt voor zeewering, "nee niet door de Duitsers, die had
den hun eigen materieel."
Hij was ook jutter. Toen de Duitsers een vliegtuigwiel bij
hem vonden, moest hij een maand de cel in, in Utrecht.
Daarna jutte hij gewoon door. Het verzoek een boot te
verbergen in zijn schuur, wees hij af. "Te gevaarlijk, gezien
zijn reputatie." De boot werd bij Cor de Jong op de Kar-
nemelkplaats gestald. Door het hooiland van Vriesman
liep een duidelijk spoor op de plek waarlangs de boot
gesleept was, op weg naar Engeland. Het is de Duitsers
nooit opgevallen - de Engelandvaarders hebben het ge
haald.
Ook Opa Vriesman jutte vaak. Hij werd betrapt en voor
straf aan een strandpaal gebonden. Zijn broer kreeg hem
vrij na een gesprek met de bezetters.
"Het huis van Vos aan de Ruigeweg was een verzets-
haard," weten Leo en Jannie. Er werden daar plannen be
raamd en spullen opgeslagen. "Jacob Vos bewaarde dat
allemaal, deels achter een wandje in de kamer: wapens,
munitie en de radio. Hij werd op een gegeven moment wat
gemakkelijker en liet een snoertje zichtbaar uit de wand
steken. Juist op dat moment kwam er controle. Het snoer
tje werd over het hoofd gezien..."
Van Leo Bromlewe wist iedereen dat hij vluchteling was,
toch liep hij vrij rond in Hollywood. Niemand heeft hem
verraden.
Toen Jaap Zwaan (van Abbestede) en Klaas Hoogscha
gen nog Japie en Klaasje genoemd werden, gingen zij
met gezonde tegenzin naar school, ook naar het noodlo-
kaaltje op Hollywood.
Als de jongens zagen dat meester Prins - niet de popu
lairste onderwijzer in die dagen - de kachel wilde opsto
ken, gooiden ze graszoden in de schoorsteen. "Dan liep
de klas vol rook en kon er geen les gegeven worden." En
maar hopen dat oude Koelemeij - toentertijd politieagent
in Callantsoog en meeverhuisd naar Hollywood - je niet
betrapte. Eén keer werd meester Prins zó kwaad - de klas
stond vol rook en hij moest een ruit intrappen omdat de
deur niet openging - dat hij klasgenoot Jantje Mooij der
mate hard aan diens oor trok, dat een deel loskwam.
Klaas Hoogschagen weet nog dat het weiland een schijn-
mijnenveld was. "De koeien liepen buiten, maar toen
veldmaarschalk Erwin Rommel een keer langs kwam,
moesten de koeien gauw naar binnen, vanwege die zo
genaamde mijnen."
Kort na de oorlog kregen de bewoners bonnen om palen
te halen voor brandstof. "De goede palen waren van ei
kenhout, maar je moest oppassen, want er konden nog
granaten in zitten."
Tot 1942 woonde de familie Dirk Kuiper in Callantsoog in
een huisje waar nu Callantsoger Staete staat, dus aan
het begin van de Zeeweg. Vader Dirk werkte bij de familie
Daalder die haar werkterrein op het strand had. Na de
oorlog ging ook Jaap (1930) bij Daalder werken.
Trien (1933), een dochter van Arie Thomasz (Aai Toom),
is geboren aan de Dorpsweg, in het huisje waar nu Mien
Tiggelaar woont. Vader Thomasz werkte voor de PEN.
De familie Kuiper trok in 1942 in het huisje Carne Mare
op Hollywood.
De familie Thomasz verhuisde naar familie in Groote Kee-
ten, in de boerderij van Klaas Kos en Jannetje Duit. (De
boerderij naast Sita Schenk). Later moesten ze ook daar
weg en gingen naar een huisje aan de Helmweg, in de
buurt waar Jan Borst zijn werkplaats had.
De beide kinderen zaten in Hollywoord op school. Trien
in de lagere klassen in De Distel, Jaap in de hogere klas
sen in De Tandem. Leerkrachten waren de meesters Prins
24