Hollywood vlak na de oorlog De huizen stonden er leeg. Heel geschikt voor jongelui die wilden trouwen. En we waren niet de enigen, het werd eigenlijk een soort dorp voor jongehuwden. Twee dubbele zomerwoningen waren in gebruik geweest als school. (Die was inmiddels ook terug naar Callantsoog, net als meester Prins). Wij kwamen terecht in het naastgelegen meestershuis. Aanvankelijk was het de bedoeling dat bur gemeester Correljé daar in kwam. Maar die kreeg een pand in het dorp toegewezen dat voldoende gerepareerd was. Aan de voorkant van het nooddorp liep een sloot en er waren twee dammen in gelegd. Die vormden de ingangen vanaf de Oosterweg. De ene aan de noordkant, de andere aan de zuidkant. We hadden er elektriciteit en Dymph Molenaar In de seniorenwoningen aan de Kwartelweg is Jannie Baken-Stins (86) een van de bewoners. Ze behoort tot de oudsten. Met behulp van de rollator kan ze nog prima uit de voeten. Ze mankeert niks aan haar geheugen en weet nog veel te vertellen over de tijd in Hollywood. Jannie: "Simon en ik hadden al een paar jaar verkering en wilden graag trouwen. De woningnood was natuur lijk hoog vlak na de oorlog. In het dorp werden heel wat huizen hersteld. Daar kwamen wij natuurlijk niet voor in aanmerking. Die waren bestemd voor de mensen die er vóór de oorlog in woonden. En van nieuwbouw was nog geen sprake. In Hollywood was eigenlijk niks meer, toen ik het voor eerst zag in 1947. Winkeltjes, postkantoor en secretarie opgeheven, de kapper vertrokken. water. Er was geen telefoon. In geval van nood kon er gebeld worden bij de familie Swaerts, die op de naast gelegen boerderij woonde. Sommige mensen kookten op butagas. Ik had in mijn keukentje een vuurduvel en twee petroliestellen, die ik van mijn schoonmoeder had gekregen. Je kon in 1947 nog maar erg weinig kopen. Op de begane grond hadden we behalve het keukentje, de woonkamer die de voorkant van het huis besloeg, een ouderslaapkamer en een slaapkamertje waar Kees na derhand sliep, onze zoon die in 1948 werd geboren. Door een schuine deur kwam je in een halletje, met de trap naar de zolder. Ook daar waren twee piepkleine kamer tjes. (Het huis was eigendom van meneer Jacob Baken, burgemeester in Winkel). Het was een beetje een luxe huis, want de meeste hadden helemaal geen bovenver dieping. Naast ons woonden de familie Schagen en de familie Noordhuis. Het klikte gelukkig goed met de buren. We hadden veel plezier met elkaar. Allemaal jongelui met kleine kinderen." Gekachel "De woonkamer werd verwarmd met een kachel die we met juthout, eierkolen en briketten brandend hielden. We hebben lang met die kachel gesukkeld. Als de westenwind pal op het dak stond, werd de rook door pijp en kachel naar binnen geblazen. Nou, dat was natuurlijk geen leven. Ik ontdekte, dat als ik een zijraam op een kiertje zette er een bepaalde 'trek' ont stond de kachel begon te branden en de rook weg trok. Maar ja, er kwam op deze manier een hoop kou naar bin nen. Op zekere ochtend moest mijn man te werk samen met Jo Noord huis. Het was nog niet licht buiten. Ik maakte alvast thee en boter hammen. De kachel trok weer eens niet en rookte verschrikkelijk.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2012 | | pagina 18