Hollywood op z'n koudst
Dymph Molenaar
Niet iedere oud-Hollywoodbewoner was in de gelegenheid naar de bijeenkomst op 11 februari
in de Kolfweid te komen. Jo Noordhuis en Ida Noordhuis-Pronk bijvoorbeeld. Zij werden thuis
opgezocht door Dymph Molenaar.
Jo Noordhuis (89) en Ida Noordhuis-Pronk (88) huizen
tegenwoordig in Alkmaar. Het bevalt ze prima in een se
niorenflat aan de Prins Alexanderstraat. Een aangename
woonplek dankzij centrale verwarming. Een heel verschil
met de omstandigheden destijds in Hollywood!
Ida doet haar verhaal: "Normaal prakkizeer ik niet over die
tijd, maar door je telefoontje wordt de boel weer opgera
keld. Er schieten allerlei herinneringen door mijn hoofd.
We zouden eerst een huis in Alkmaar krijgen. Toen kwam
er bericht dat het niet doorging omdat we geen echte
Alkmaarders waren. We konden een tijdje in 't Zand te
recht bij mijn broer. Daarna kwamen we in aanmerking
voor een zomerhuisje in Callantsoog. Eerst zaten er nog
andere mensen in. Vervolgens betrokken wij het met Ida,
ons oudste kind, in Alkmaar geboren. Zo kwamen we in
Hollywood terecht. Coos, ons tweede dochtertje, kwam
hier ter wereld."
Dode kip wegjagen
"De naaste buren waren Siem en Jannie Baken," vervolgt
Ida. "We konden het goed met mekaar vinden en zaten
regelmatig een potje te kaarten. Op een avond dat we aan
het kaarten waren, vroeg Jannie aan Siem om de kippen
voor de nacht het hok in te sturen. Die liepen nog te schar
relen over het erf. Bleek er eentje dood. Siem plaatste het
dier bovenop het hok en ging weer naar binnen. Na een
tijdje kreeg Jannie dat in de gaten. Zij naar buiten probe
ren de kip weg te jagen - ksst, ksst, wapperend met haar
handen - maar het beest bleef gewoon zitten. We hebben
er bar om gelachen.
Er waren heel wat kouwe winterdagen. Het was een hou
ten huisje en bestond uit een keukentje, een woonkamer
en twee slaapkamers. De ramen waren dik bevroren. Als
ik naar buiten wou kijken blies ik met mijn adem een gaat
je en tuurde er met één oog door. Niks te zien.
Een ploeg sneeuwruimers uit Callantsoog kwam geregeld
langs de Oosterweg om te vegen en te strooien. De boer
derij van Casper Swaerts was het eindpunt, daar keerden
ze om. Op de terugweg moesten ze alweer aan de gang.
Het was bijna niet bij te houden. Zoveel sneeuw en harde
wind.
Er was geen gas en geen elektra. We kookten op petrolie-
stellen. Met een kolenkacheltje probeerden we het binnen
een beetje warm te stoken. De kachelpijp liep in een hoek
en stak naar buiten door het houten schot. Het gat raakte
op den duur aan de buitenkant beschadigd. Dat werd ge-
Jan Schagen en Ida Noordhuis
34