Een nieuwe bestemming
ck
Vader heeft dus, als 24-jarige bouwkundige, dat ontwerp
gemaakt, hij is daar diverse keren geweest; hij moet trots
zijn geweest op wat waarschijnlijk zijn eerste schepping
was.
Maar hij heeft er nooit over gesproken, niemand, ook
moeder niet, wist er van. De naam 'Callantsoog' hebben
we hem nooit horen uitspreken. Voor uitstapjes naar zee
gingen we naar Bergen, nooit noordelijker.
Maar, hoe kwam vader dan aan de opdracht om in Cal
lantsoog, waar hij niemand kende en waar hij nooit eerder
was geweest, twee bouwprojecten te ontwerpen?
Waarschijnlijk zit het zo:
Zijn vader was hoofdonderwijzer van de lagere school
in Venhuizen geweest en ontleende daaraan een zeker
prestige, ook na zijn pensionering, toen hij in Alkmaar
ging wonen. Daar was hij als bestuurder betrokken bij de
Sint Vincentiusvereniging, de rooms-katholieke organisa
tie voor de armenzorg.
In Alkmaar was in die tijd ook de toen alom bekende 'mijn
heer Hofstee' actief, o.a. in de gemeentelijke armenzorg.
Hofstee was directeur van de N.H.L.M. die door zijn vader
was opgericht. Hofstee was ook katholiek en heeft in zijn
functie van armenzorger zeker de oud-hoofdonderwijzer
van de Vincentiusvereniging ontmoet.
En daar is waarschijnlijk de naam van mijn vader geval
len, toen er werd gesproken over bouwplannen voor een
rentmeesterswoning en een boerderij in Callantsoog.
Toen ik de eerste keer bij de boerderij was, bleek er
niemand thuis te zijn; later werd duidelijk, dat Casper
Swaerts en zijn vrouw er al definitief afscheid van hadden
genomen. De boerderij zou verkocht worden en dat bete
kende natuurlijk een zeer ingrijpende verbouwing of erger
nog, algehele sloop. Want in de staat, waarin de boerderij
toen was, voldeed zij in geen enkel opzicht aan de heden
daagse bouwkundige eisen en woonwensen. En sloop,
zoals haar voorganger, was iets wat ik als het even kon
wilde voorkomen.
Als ik nu, 62 jaar nadat mijn vader zijn eerste schepping
hier had gebouwd, alleen maar getuige zou moeten zijn
van de sloop ervan, was voor mij een niet te accepteren
gedachte. Daarvoor had ik haar niet terugge
vonden!
Ik heb toen een brief geschreven naar Het
Hooge Huys, de eigenaar van de boerderij,
met het verzoek om in contact te komen met
de nieuwe eigenaars. En dat is gelukt.
Aangezien ik als ontwerper/binnenhuisarchi
tect behoorlijk wat ervaring heb met de bou
werij heb ik de nieuwe eigenaars, de familie
Stam, aangeboden om een plan te maken voor
hun woning, uiteraard met handhaving van de
karakteristieke kenmerken van de oude boer
derij. Dat ik beschikte over de oorspronkelijke
bouwtekeningen was een extra argument.
Met de familie Stam heb ik in het najaar van
1988 een plan uitgewerkt, dat tenslotte in 1989 is ge
bouwd.
Dat is allemaal dus heel snel gegaan en ik realiseer me
heel goed, dat ik net op tijd was; een paar maanden la
ter en de oude boerderij was er waarschijnlijk niet meer
geweest!
A; Adü oCA'. A^èè V-o
De oude boerderij en het nieuwe woonhuis lijken van bui
ten nog veel op elkaar, maar van binnen is er veel veran
derd. Het markante torentje met de entree en de trap naar
boven is nog helemaal zoals het vroeger was.
Het woonhuis was beneden voorheen de woonkamer en
twee kleine slaapkamers, dat is nu een grote woonkamer.
In de oude stal, die zo'n 25 centimeter lager lag dan het
woonhuis, was ook de keuken gesitueerd en dat vergde
tussen het halletje en de keuken een onhandige afstap.
Bovendien was die stal zeer bouwvallig. Daarom is toen
besloten om hem geheel af te breken en daarna opnieuw
op te bouwen met de vloer op hetzelfde niveau als de
rest. Wel is op ongeveer dezelfde plaats weer de keuken
gekomen. Ook de rest van de oude stal is helemaal bij de
woning getrokken, met slaapkamers, badkamer, kantoor
en dergelijke.
4