Marsdiep als scheepvaartweg
Eiland Huisduinen
Bewoningskernen
Pontiaansvloed
17
een geweldige kustafslag aan de westzijde ondervond
- tussen 1200 en 1600 ongeveer 8 kilometer - maar ook
aan de noord- en oostzijde.
Het eerste bericht over het Marsdiep als scheepvaart
weg is uit 1303: portum dictum Marsdyp. In 1358 zorgde
de Hanzestad Kampen voor de betonning van het Mars
diep, na 1452 heeft Amsterdam deze functie overgeno
men. De oudst bewaard gebleven zeilaanwijzing voor
het Marsdiep also gy wilt inlaveren dat Marsdyp...) is
ook van omstreeks 1450, maar de oorspronkelijke tekst
zal zeker ouder zijn. De eerste kaartverkenning van het
Marsdiep als toegangsweg tot de Zuiderzee is die van
John Abourough uit 1539.
Aan de 'binnenkant' van de Noordduinen aan het Mars
diep tekende hij die Helder Buyrt (helder of heller
kwelder), terwijl hij aan de oostkant van de Zuidduinen
het buurtschap Heiligharn aangaf.
Over de kustafslag is een groot aantal 'verklaringen' van
bewoners van het eiland uit de 16e en 17e eeuw be
waard gebleven, terwijl een en ander ook nagegaan kan
worden aan de hand van oude kaarten. Schoorl bere
kende dat de kustafslag aan de westzijde tussen 1570
en 1600 ongeveer 20 meter per jaar bedroeg; een eeuw
later was dit nog maar 6,85 meter per jaar, hetgeen met
de sterk verbeterde dijkbouw te maken had.
F
Eiland Huisduinen, naar Jan van Scorel, 1553
De oudste kaarten van het eiland zijn uit het midden
van de 16e eeuw. Het oorspronkelijke eiland (plm. 9 bij
13 kilometer) was al sterk verkleind en vormde ook nog
nauwelijks een geheel. Op een kaart van Van Deventer
uit 1542 is te zien dat het eiland eigenlijk uit drie delen
bestond: de Noordduinen langs het Marsdiep, de Zuid
duinen aan de zuidkant en daar tussenin het polderland,
dat aan de westzijde nauwelijks door duinen beschermd
werd tegen de zee. Het 'tussenland' bestond uit drie pol
ders: het Oude Land, het Koogland en het Nieuwland.
Uit de namen blijkt dat de inpolderingen van het westen
naar het oosten hebben plaatsgevonden.
Het eigenlijke Huisduinen, bestaande uit de buurtschap
pen Kerkbuurt, Croft of Oosterbuurt en Antgebuurt, lag
aan de noordwestzijde van het Zuidduin. De eerste kaart
waarop 'Den Helder' staat aangegeven is die van Lou-
rens Pieter(szoon) uit 1577.
Bij de zware stormvloed van 12 januari 1553 (Ponti
aansvloed) werden de duinen door affspoelinge over
een breedte van bijna twintig meter afgeslagen. Op een
schetskaart van Jan van Scorel uit dat jaar, staat de
dorpskerk, gewijd aan de Heilige Martinus, met enige
bewoning er omheen, nog achter een noordwestelijke
duinregel getekend. Deze duinregel was echter al sedert
het begin van de 16e eeuw gedeeltelijk met een zand
dijk versterkt. Op de kaart is te zien dat de bevolking
ondermeer een bestaan vond in de visserij en de jacht
op het wad. Volgens de Informacie - een belastingonder-
zoek uit 1514 - hadden de bewoners van Huysduynen
geen zeebooten, maar hebben cleyne schuytkens, daer
zij mede vaeren.
Er was weinig landbouw, het was snootland, dat dage-
licx verstuyvet mitter duyne. Er waren omtrent 112 haert-
steden, daerof de 10 allenlick wat hebben of te leven
ende de rest es arm, die dese winter meest all water
drincken sullen.