Louis: 'Dat was de eerste zondag van de kermis; sinds
dien is dat zo gebleven.'
Om de kosten te dekken - wisseltrofee, diner, spiritualiën
- doneerde Siem Schaap namens de VVV een financiële
bijdrage. Ook lokale middenstanders stelden zich loyaal
op.
Het initiatief van Doorn en Van de Berg sloeg aan: de inte
resse was groot. Gerie Doorn: 'Er waren uitschieters naar
boven en beneden, maar gemiddeld zaten er elk jaar toch
zo'n vijftien vissers aan de waterkant. Louis: 'Er waren
deelnemers die het louter voor hun plezier deden, maar
ook echte wedstrijdvissers. Mannen - ja mannen, er heeft
zich nog nooit een vrouw aangemeld - die maanden te
voren al wurmen gingen steken. Sommigen zochten voor
zichzelf een goede stek uit en begonnen daar dagelijks
de vissen te voeren, ledereen kon gaan zitten waar ie
wilde; wie het eerst kwam het eerst maalde. De wedstrijd
begon officieel om twee uur 's middags, maar de voede
raars zorgden er wel voor dat ze op tijd waren, sommige
zaten er 's morgens vroeg al!' Het moest wel leuk blijven,
benadrukt Louis: Als iemand teveel ving, wisselden de
hengelaars van plek.'
De eerste jaren verzamelden de deelnemers zich na de
wedstrijd in café De Visserman. 'Daar vond ook de prijs
uitreiking plaats. Op tafel stonden flessen wijn en jenever
en andere cadeaus uitgestald. Hoofdprijswinnaar was de
gene die de meeste meters vis bij elkaar had gehengeld
(elke gevangen vis wordt door een jurylid opgemeten en
genoteerd). Maar er waren ook prijzen voor de grootste
Louis Doom meet vangst op van Piet Bleijendaal. 'Met honderd kleintjes heb je ook veel meters'
Teun Oskam (mét pet) in de weer met een vistuigje
Foto: Diana Diemei