Brand Nieuw huis Nieuwe investering Vader Gerrit had ondertussen een nieuwe knecht ge vonden. In 1955 brak er brand uit door hooibroei en de boerderij kon als verloren worden beschouwd. Eigenaar Bendien was wel goed verzekerd, maar veel persoon lijke bezittingen waren voorgoed verdwenen. De weder opbouw van de nieuwe boerderij maakte vader Brak niet meer mee. Moeder Brak zette het bedrijf samen met zus Agie en broer Arie en wisselende knechten nog enige jaren voort. Agie en de laatste knecht Louis Kleiboer kregen trouwplannen en zijn later in het arbeidershuisje naast boer Oskam gaan wonen. Voor moeder werd het toch te zwaar en ze verhuisde met Arie naar Julianadorp. De boerderij ging over naar Van Schaik en kwam later in handen van Van Kampen. Na het rietsnijden ging Adriaan bij de post aan de gang en werd besteller. Niet, zoals verplicht en gebruikelijk, op de fiets, maar op de brommer. Hij reed ermee over de erven naar de boerderijen en het liefst reed hij met post en al naar binnen. Er stonden toen minder huizen en de afstanden waren groter. In het dorp werd hij de vliegende postbode van Callantsoog genoemd. Hij had al vaak een waarschuw-bekeuring van het hoofdkantoor Schagen gehad, maar daar trok hij zich niets van aan. Voor hem telde: hoe eerder klaar, hoe meer tijd voor andere be zigheden. Toen hij als 'slechte post' gekwalificeerd werd en geen gratificatie kreeg had Adriaan het gezien bij de PTT. Ondertussen waren Adriaan en Mijntje niet meer met z'n tweeën. Ze waren gezegend met vier dochters: Tineke, Mandie, Marjan en Rita. Om de meiden wat meer ruimte te bieden keek het gezin uit naar andere woonruimte. Er werd besloten een nieuw huis te laten bouwen aan de Stuijvezandeweg, toen nog een kale vlakte zonder woningen. Grond werd gekocht voor vijf gulden de meter. Er kwam een mooi vrijstaand huis met een grote garage. Zeer luxe voor die tijd, want de woning kreeg vier slaap kamers, elk met een eigen vaste wastafel. Omdat het één van de eerste huizen aan die straat was, werden er water en stroom afgetapt van de boerderij van Paul Voorthuizen aan de Dorpsweg. (Toevallig woont dochter Tineke daar nu). Alles ging bovengronds. Riolering was er nog niet, dus was er een beerput achter het huis. In 1960 verhuisde het gezin naar de nieuwe woning, waar in 1961 stamhouder zoon Adrie werd geboren. Het eerste huis aan het Dorpsplein werd verkocht aan Piet Steigstra, die met een patatwagen onder aan de trap bij de strandopgang in het dorp stond. Van het woongedeelte maakte hij een café en de open ruimte tussen de twee huizen in gebruikte hij om patat te verko pen. Hij gaf het café de naam 'De Visserman'. In diezelfde tijd had Adriaan zijn eerste vrachtwagen tje gekocht en was met de oudpapierhandel begonnen. Eerst verzamelen in een schuurtje achter het huis. Toen dat te klein werd, huurde hij van Adriaan Vos een oud huisje aan de Dorpsweg (waar nu Dorpszicht is). Na een advertentie kwam er zoveel aanbod, dat een deel van het papier buiten moest staan onder een dekzeil. Maar na een flinke storm en regenbui moest hij de natte pak ken uit de voortuin van zijn buurman politieman Kooy halen. Hij perste het papier zelf in balen en bracht die met een vrachtwagentje naar Groningen. Omstreeks 1963 kwam Dirk de Jong langs om te vragen of hij melkrijder wilde worden en zijn wijk wilde overne men. Dat was een nieuwe uitdaging. Er moest wel een grotere vrachtwagen komen en dat kostte geld. De op lossing kwam uit het oosten: het woonhuis werd in de zomer verhuurd aan badgasten en de garage was groot genoeg voor een tijdelijk verblijf voor het gezin. Met zijn nieuwe investering reed hij eerst voor de melkfabriek in Julianadorp en later voor de 'Eensgezindheid' bij Sint Maartensvlotbrug.Toen de melkfabrieken samengingen, werd het Lutjewinkel. Als melk- en papierrijder maakte Adriaan soms negentig uur per week. Twee keer per dag de volle bussen bij de boeren ophalen, op de wagen zwaaien en naar de fabriek rijden. De vrachtwagen had een dubbele stellage en omhoog tillen ging ten koste van zijn rug. Na de opmerking van de huisarts dokter Van Slooten, dat hij alleen kromme melkrijders had ge zien en geen rijke, besloot Adriaan er na tien jaar mee te stoppen. Zoon Adrie (5 jaar) helpt mee 44

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2011 | | pagina 4