Adriaan Brak, een oud-
Callantsoger
Adriaan Brak was een vertrouwd gezicht in Callantsoog. De dorpelingen kenden hem van de
vele verenigingen, waar hij óf lid van was óf vrijwilligerswerk voor deed en velen wisten hem
te vinden, als ze van hun oud-ijzer of overtollig papier af wilden. Zijn vrouw Mijntje en dochter
Tineke waren bereid over het leven van Adriaan te vertellen, zodat we wat meer weten over het
leven van deze oud-inwoner van Callantsoog.
Adriaan werd op 28 augustus 1929 op Texel geboren,
waar zijn ouders Gerrit Brak (1893-1955) en Trijntje
Bremer (1899-1973) op Eierland een boerderijtje met
koeien en schapen hadden. Hij had een oudere zus
Agie en een jongere broer Arie. In die crisisjaren kreeg
vader Gerrit één gulden voor een bus melk van veertig
liter en een wagen vol lammeren bracht vijftig gulden op.
Adriaan was drie jaar oud toen het gezin van Texel naar
het vaste land verhuisde, naar een huurboerderij langs
de Westfriesche Dijk bij Sint Maarten. Na een paar jaar
hard werken, bleek dat de verpachter zijn schoonzoon
op het bedrijf wilde hebben. De familie Brak moest naar
iets anders uitzien, wat niet meeviel. Vader Gerrit moest
noodgedwongen boelhuis houden en kwam met vrouw
en kinderen in een gewoon woonhuis terecht, waarin
nog drie andere gezinnen leefden. Adriaan ging in die
jaren in Sint Maartensbrug naar school.
In 1939 kon de familie Brak weer een boerderij huren,
deze keer aan de Uitlandseweg 6 in Callantsoog. Eige
naar was de heer Bendien, die een textielfabriek had in
Almelo. Adriaan stapte over naar de lagere school in het
dorp en heeft zelfs nog een paar jaar les gehad in de
noodschool in Hollywood aan de Oosterweg. Hij kreeg
toen de leeftijd, waarop hij geacht werd mee te helpen
op de boerderij. In de jaren daarop kwam hij er achter,
dat hij geen veeboer wilde worden. In de oorlogsjaren
waren er Duitse militairen bij hen ingekwartierd en Adri
aan kon het best met ze rooien. Als jochie van dertien
was het spannend om 's avonds met de soldaten in de
schuur te praten en stiekem een sigaretje te roken. Dat
roken heeft hij dus van hen geleerd.