Doeke en MienTichelaar:
van vis en patat naar ijs op
Dorpsplein
Heck's Lunchroom
De Korenbeurs
'Politie Kooij'
Klaas Schuurman
Midden jaren zestig weergalmde het regelmatig in de straten van Callantsoog: 'Warme gebak
ken vis. Zo uit de pan. Lekkerbekjes, schol. Zoute en zure haring. Gestoomde makreel!'Als een
volleerd standwerker kondigde Doeke Tichelaar daarmee zijn komst aan. Dan sleet hij vanuit
zijn bakwagen met geluidsinstallatie zijn verse waar. Veel huisvrouwen - en een enkele man -
verdrongen zich aan de kar. Want een visje van Doeke, dat wist iedereen, was niet te versmaden.
Drie zussen uit Harlingen hebben decennia lang hun
stempel gedrukt op het Dorpsplein. Het waren de At-
tema's, alle drie getrouwd. De een, Annie, runde samen
met Nelis Klein een groente- en fruithandel. De ander,
Marie, bestierde met Anton Manikus een patatzaak en
de derde, Mien, verkocht zij aan zij met Doeke Tichelaar
verse vis, later uitgebreid met patat en ijs. Met Mien - ook
wel Tante' Mien - en haar dochter Regien dook de Clock
in het verleden van het ondernemersgezin Tichelaar.
Het begint allemaal op 26 juni 1932 in Franeker, als de
kleine Doeke wordt geboren als zoon van een melkboer.
Zijn latere echtgenote, Mien Attema (26 augustus 1930),
kruipt dan al als kleuter rond in een huis in Harlingen,
waar haar vader de kost verdient als visboer. De zaken
gaan goed. Immers, de Afsluitdijk wordt gebouwd en dat
trekt veel volk aan. Miens grootvader is in die tijd boots
man bij de KNSM in Amsterdam. Als de zaken teruglo
pen - de dijk is klaar - trekt de familie Attema eveneens
naar de hoofdstad. En daar maakt Mien kennis met de
binnenkant van de horeca: van 1947 tot 1949 werkt zij bij
Heck's Lunchroom, de fameuze uitgaansgelegenheid op
het Rembrandtplein. In 1951 trekt de familie terug naar
Friesland. Mien: 'Pa wilde weer naar Harlingen.'
De paden van Doeke en Mien kruisen zich voor het eerst
bij het dansen in De Korenbeurs in Franeker. Dat is in
1952. Drie jaar later, op 15 september, trouwt het stel.
'Doeke was typograaf. In Amsterdam waren meer banen
en er viel ook meer te verdienen. Bovendien wilde ik er
ook graag weer heen.'
Doeke vindt emplooi bij Drukkerij Dijkman in de hoofd
stad. Het tweetal trekt in bij moeder Dijkman en Doeke
wordt een goede toekomst in het vooruitzicht gesteld als
compagnon. 'Maar het klikte niet,' zegt Mien, 'of, zoals
Doeke zei, "Samen goed is geen goed!" Tussen Doeke
en Mien klikt het wél: in 1957 wordt dochter Wilma gebo
ren, vier jaar later krijgt die er een zusje bij: Regien.'Doe
ke werkte intussen bij drukkerij Van der Horst,' herinnert
Mien zich, 'in de Mauritsstraat nummer negen. Ik ben
onlangs nog bij mevrouw Van der Horst langsgegaan.'
Om wat bij te verdienen - 'Wij hadden geen cent te mak
ken' - geeft Doeke 's avonds autorijles en staat hij 's
zaterdags op de markt met panty's en stropdassen. Bij
iedere verkochte panty geeft hij een tegoedbon; vijftien
bonnen zijn goed voor een extra panty. Later, Doeke is
dan visboer in Callantsoog, wordt hij herkend door een
vroegere cliënte van de markt. Haar vijftien gespaarde
pantybonnen mag ze inruilen voor gebakken schollen.
Via familie belanden de Tichelaars in Callantsoog. Mien:
'Mijn zus en zwager - Annie en Nelis Klein - bezaten
een huisje op Garnekuul. In 1959 startten ze een groen
te- en fruitwinkel op Dorpsweg 2, naast "politie Kooij'.' Dat
beviel zó goed, dat Doeke en ik overwogen om zelf ook
iets te beginnen, maar dan met vis. In 1962 gebruikten
wij een zomer lang een schuurtje achter op hun erf om
de vis te verwerken. Van geleend geld van mijn vader
kochten we een bakfiets, om het te proberen. Ik maakte
de vis schoon, Doeke ventte het uit.'
Al snel is de bakfiets niet langer toereikend - 'De vis was
al op voordat ie de campings bereikte' - en er wordt een
VW-kever gekocht. Mien: 'Drie stoelen eruit, daar konden
de bakken haring en bokkingen staan. Ikzelf ging met de
bakfiets met tonnen vis voor "Tante Jaantje" staan. Het
ging goed; we besloten ons blijvend in Callantsoog te
vestigen.'
Kort daarna komt ook de tweede zus van Mien, Marie,
in Callantsoog wonen. Marie is getrouwd met Anton Ma
nikus en beiden baten Dorpsplein 5 uit, nu Wip-in. (Ma-
nikus-saus staat daar nog altijd op de kaart!) Zij krijgen
vier dochters, ongeveer van dezelfde leeftijd als Regien
en Wilma.
De bakfiets van Doeke ziet er heel professioneel uit. Ge
motoriseerd, fraaie luifel en met een glazen vitrine. Het
vertegenwoordigt in alles Doekes streven naar perfectie.
'Goed materiaal vond hij heel belangrijk,' beaamt Mien
en ze illustreert het met een anekdote. 'We hadden geld
gespaard. Ik wilde graag een fototoestel en Doeke zou
'm kopen. In plaats daarvan komt ie met een enorme
schaar aanzetten om de stof voor stropdassen te knip
pen. Zegt ie: "Met goed materiaal kan je geld verdienen"
Ze lacht. 'Later kreeg ik dat toestel alsnog, hoor.'
54