Ackterwzq 3
Muja Blokker
Bij het interview met mevrouw Klasina Bakker-Bakker uit Groote Keeten wekte haar huisje aan de
Achterweg 3 mijn nieuwsgierigheid. Toen ik naar de geschiedenis ervan vroeg, bood ze meteen aan
om enkele zussen van haar man Jaap uit te nodigen om er achter te komen wat die nog wisten van
hun ouderlijk huis. En zo zat ik op een middag in maart gezellig op de thee, omringd door vier
dames Bakker, waarvan drie zusters.
Even voorstellen: Alie Blaauboer-Baklcer (93),
Elizabeth (Bets) de Haan-Bakker (91) en Corrie
Dienst-Baklcer (85). Dochters van Maarten Bak
ker (1885-1978) en Cornelia Toes (1886-1974),
beiden geboren in Groote Keeten en met el
kaar getrouwd op 7 juni 1908 in Callantsoog.
Huis Achterweg 3, begin jaren '30 - v.l.n.r.: Bets,
Henk, Arie, vader Maarten, Jaap, Nel en Alie
Vader Maarten werd geboren op Achterweg
3. Zijn vader was opa Arie Bakker, getrouwd
met Grietje van den Berg. Moeder Cornelia
werd geboren in het boerderijtje in het duin
tegen het Botgat aan. De vader van Cornelia,
opa Hendrik Toes, getrouwd met Neeltje Weij,
werkte voor de Heren van het Zwanenwater.
Alie Blaauboer-Baklcer werd in een huisje aan
de Achterweg geboren ter hoogte van waar nu
de Vijverhut staat. Kort daarna verhuisde het
gezin naar de Scheidingsvliet waar vader ging
werken bij Pieter Visser. Bets, Jaap en Corrie
werden aan de Scheidingsvliet geboren.
"Wij gingen dwars door de weilanden naar
school en liepen altijd te zingen. De jongens
hadden in de slootkanten graszoden gegooid,
zodat het voor ons gemakkelijker werd om er
overheen te springen. We verzamelden bij Van
Scheijen, wachtten daar op de andere kinderen
en gingen gezamenlijk door naar Callantsoog."
Alie was blij dat de familie weer terug ging
naar Groote Keeten, want aan de Scheidings
vliet voelde ze zich toch wel opgesloten.
In maart 1931 (de werkcontracten liepen van
maart tot maart) kwam heel het gezin, vader
en moeder en negen kinderen, op Achterweg
3 te wonen. Alie was toen 14
jaar en had al verschillende
dienstjes gehad. Meestal voor
dag en nacht, maar later werd
zij dagmeisje, want zij "hoor
de en zag teveel". Moeder was
maar wat blij dat ze weer
thuis kwam, want die had al
tijd een grote mand vol met
was staan. Zij droogde die
op de nollen achter het huis
en Alie bracht en haalde die
daar. Op sokken, want klom
pen op helm, dat loopt niet.
Het huis is omstreeks 1881
gebouwd, gedeeltelijk met
materiaal dat op het strand
gevonden werd. Het bestond
toen uit twee kamers. Met de voordeur stond
je gelijk in de woonkamer. Aan de zijkant van
het huis was een kleinere ruimte met een win
keldeur. Waarschijnlijk had opa Bakker daar
een winkel. Aan de achterkant was een keu
ken. De woonkamer diende als café voor de
'polderjongens' die op het strand werkten. Er
werd op een accordeon gespeeld, het ging er
gemoedelijk aan toe. Later woonde oom Arie,
een broer van vader Maarten, er. Hij was ijsco
man en bereidde zelf ijs. Naast het huis stond
een oude schuur met een kelder waarin hij
het koel kon bewaren. Na oom Arie woonde
Piet Roos, broer van Wout Roos, er een tijd in
en na Piet is vader erin gekomen. De muren
waren voor de helft pikzwart. Blilemanussen,
noemde je dat. Dat werd vroeger veel gedaan.
(Van black varnish, ijzerlak, ter afdekking van de
muur - M.B.) Vader plaatste een schot en maakte
zo een gang over de breedte van de voordeur
in de kamer om de warmte binnen te houden.
Over het zwart werd behangen.
-26.-