Terugkeer
Na de capitulatie was vader niet
meteen gedemobiliseerd, maar
moeder wilde zo snel mogelijk
terug naar Zaandam. De ver
huizing kon redelijk gauw gere
geld worden, we hadden alleen
het hoognodige aan spullen en
kleding mee naar Callantsoog
genomen. De meubelen uit
onze woning waren in een pak
huis opgeslagen. Een probleem
was echter dat er op ons oude
adres inmiddels andere men
sen woonden. Moeder moest dus op zoek naar
vervangende woonruimte, hetgeen al gauw
lukte. Er was in die tijd een overschot aan lege
panden. Het aanbod was zo groot dat eigena
ren hun huizen te huur aanboden met gratis
behangen of het eerste halfjaar geen huur be
talen. Een maand later kwam vader ook naar
huis en daarmee was onze periode in de kust
plaats afgesloten.
De vriendschap met de familie Kooger, tante Jo
en ome Simme, zoals wij kinderen hen altijd
noemden, is tot aan hun dood blijven bestaan.
Na de oorlog, toen de mobiliteit weer was toe
genomen, ons gezin inmiddels uitgebreid met
zusje Agnes (1945) en vader een kleine auto
kocht, was in veel gevallen Callantsoog het
reisdoel. In de vijftiger jaren werd m'n zusje
ziek. De dokter dacht dat ze difterie had. Ik
moest het huis uit en logeerde enige weken bij
tante Jo en ome Simme. Niet meer in het huis
tegenover de Seinpost, dat was in de oorlog
afgebroken, maar in een wit huisje op de Je-
weldijlc. Daar speelde ik veel met de kinderen
van Strooper. Hun ouders hadden een boerde
rij en ze woonden in een omgebouwde Duitse
bunker.
Dorpsbinding
Een paar jaar nadat ik met Puck getrouwd
was en we dochter Monique en zoon André
gekregen hadden, besloten we een caravan
te kopen. We werden lid van de Nederlandse
Caravan Club. Dat bracht ons weer regelma
tig naar de kust, op het NCC-clubterrein in de
Oosternollen. Nog steeds zijn we enthousiaste
caravanners en bezoeken dan het mooie Cal
lantsoog, dat voor altijd een speciaal plekje in
ons hart heeft.
schuilkelder gebouwd waar we gebruik van
konden maken in geval van luchtalarm.
Callantsoog werd niet beschoten maar toch
kwam de oorlog die dag angstig dichtbij. In
de verte zagen we enorme rookwolken van de
bombardementen op de marinehaven in Den
Helder. In het dorp heerste een zenuwachtige
drukte. Houten karren werden volgeladen en
de bij de boeren in de omtrek gevorderde paar
den ervoor gespannen. Daarna vertrokken ze
richting Den Helder, te voet gevolgd door de
soldaten. Behalve de sectie van vader. Die bleef
achter met de opdracht om, wanneer het sein
daartoe gegeven werd, bunkers en versterkin
gen in de duinen onklaar te maken. Wij heb
ben die vijf meidagen in angst en beven, loge
rend bij tante Cor doorgebracht. En volgden
via de radio de oorlogsberichten. Het prettige
leventje was voorgoed voorbij.
Capitulatie
Toen na het bombardement van Rotterdam
Nederland na vijf dagen capituleerde, gingen
we terug naar ons huisje. Al betrekkelijk snel
kwamen er Duitse soldaten in het dorp. Enke
le soldaten kwamen naar ons toe en vroegen,
zo goed en zo kwaad als 't ging, of ze uit het
dakraam mochten kijken. Weigeren had geen
zin, moeder wist niet waar ze aan toe was met
deze mannen in vreemde uniformen die ze
niet kon verstaan. Nadat ze enige tijd op zol
derwaren geweest, kijkend door het dakraam,
kwamen ze teleurgesteld naar beneden. Ze
vroegen aan moeder waar Engeland lag, dat
hadden ze niet gezien! Hieruit bleek hoe er
in Duitsland met de waarheid omgesprongen
werd. Ilc hoorde later ook vertellen dat menig
Duitse soldaat in Den Helder steevast geloofde
Engeland te zien liggen als ze
de kust van Texel ontwaarden.
-30.-