Exciwtle 2010 zaterdag 5 jiuvl Cor Spijker De kosten worden geraamd op circa 37,50. U kunt zich opgeven bij het se cretariaat tot 16 april of op de avond van de Algemene Ledenvergadering. hoewel er sterke aanwijzingen bestaan dat deze zowel uit de directe omgeving als uit wat verder weg gelegen plaatsen zoals Egmond kwamen. Over de eierenverzamelaars en eierendeslcundi- gen weten we iets meer. In 1946 wordt er door de verzamelaar van voge leieren W.Ph.J. Hellebrekers melding gemaakt van 110 paren lepelaars rond eind april en zelfs meer dan 190 paren rond eind mei. Verder telde jachtopziener Van Honschooten dat jaar 4 paren roerdompen en 15 paren stormmeeuwen waarvan de eerder genoemde Hellebrekers twee nesten 'verzamelde'. Wilhelmus Philippus Josephus Hellebrekers (1895-1982) was firmant van de destilleerderij Henri Hellebrekers Zonen te Delft en kenner en verzamelaar van vogeleieren uit binnen- en buitenland. Van 1957 tot 1970 was hij lid van de Commissie voor de Nederlandse Avifauna (CNA), de voorloper van de huidige Commissie Dwaal gasten Nederlandse Avifauna (CDNA). Daarnaast was hij nog in tal van andere ornithologische verenigingen en commissies actief, onder an dere als voorzitter van de studiekring oölogie van de Nederlandse Ornithologische Vereniging (NOV). Zijn uitgebreide en goed gedocumenteer de eierencollectie werd in 1978 vermaakt aan het Natuurhistorisch Museum te Leiden. Helle brekers' verzamelactiviteiten werden niet door iedereen gewaardeerd en binnen de vogelwereld stond hij dan ook enigszins als controversieel te boek. In het Zwanenwater is hij slechts kort ac tief geweest. Veel heeft hij er dan ook niet verza meld. De schade bleef beperkt tot enkele legsels van lepelaar en stormmeeuw in 1946 en het legsel van een waterral in 1947. Zijn melding in 1946 met betrekking tot het aan tal broedparen van de lepelaar zou merkwaardig genoeg wel de laatste zijn in vele jaren. Tot 1961 zijn er verder geen gegevens over deze soort be kend. Behoudens dan dat ene incident in 1955. Naast Hellebrekers was er in die jaren nog een andere eierenverzamelaar in het Zwanenwater actief. Het betrof de uit Alkmaar afkomstige in dustrieel A. Eriks. Daar waar de schade van Hel lebrekers nog te overzien was zag Eriks kans om tussen 1948 en 1954 van 36 in het Zwanenwater voorkomende broedvogelsoorten 65 'complete' legsels te verzamelen. Rond 1970 werd de col lectie inclusief catalogus geschonken aan het Zoölogisch Museum te Amsterdam alwaar deze nog steeds te bewonderen valt. Behoudens deze informatie blijft de persoon Eriks verder in ne velen gehuld. Nergens heb ik ook maar iets over hem terug kunnen vinden zodat verdere biogra fische gegevens in het kader van dit artikel ach terwege blijven. Wordt vervolgd De excursie dit jaar zal gaan naar het terpdorpje Eenigenburg en omgeving, een dorpje met een in teressant landschap en wordingsgeschiedenis en vooral ook een leuk museum. 's Morgens om 9.00 uur stappen we in de bus bij tante Jaantje en hopen om 9.30 uur aan de kof fie te zitten in Eenigenburg. Na de kojjie bezoeken we het kerkje waar we het verhaal van Eenigen burg horen, waaronder het verhaal van de in de negentiende eeuw naar de Verenigde Staten ge- emigreerde familie Eenigenburg. Daarna begeven we ons naar het museum Surmerhuizen voor een rondleiding. De broodlunch gebruiken we in de Moriaan te Warmenhuizen. 's Middags worden we ontvangen door de Stich ting Waarland van Toen die een programma ver zorgt in en bij de molen en het molenhuis. In dit molenhuis is een mooie tentoonstelling over de vele poldertjes in dit gebied en hun geschiedenis. We sluiten de dag af met een bezoek aan de dwang- burcht de Nuwendoorn, die dan weer geheel geres taureerd moet zijn. Hierna gaan we weer richting Tante Jaantje alwaar we omstreeks 17.00 uur ho pen aan te komen. -13.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2010 | | pagina 15