Vtw, e&n. kiem, dorp naar de vtad Klasina Bakker-Bakker Muja Blokker Mevrouw Klasina Bakker-Bakker, moeder van één van de fotografen van dit blad, woont op een mooi en karakteristiek plekje onder duin op Achterweg 3 in Groote Keeten. Zij is op 12 maart 1922 geboren in een werkmanshuisje in Poolland, aan de Westfriese Dijk, gemeente Barsingerhorn. Ze had de hele weg voor zich alleen want er wa ren weinig auto's, alleen de melkwagen kwam langs. Vanaf haar tiende woonde ze in Juliana- dorp, in het buurtschap de Blauwe Keet, aan de Rijksweg, bij de boerderij van Piet Pluister, waar ze haar laatste schooljaren beleefde. Daarna was het werken geblazen. "Doorleren, daar waren geen centjes voor." Haar ouders waren net weer verhuisd van de Rijksweg naar de Callantsogervaart, aan de Helderse kant. Alle zusters waren al zo'n beetje het huis uit, maar Klasina woonde nog thuis en verhuisde mee. Evenals het jongste zusje, dat vijf jaar jonger was en nog naar school ging. Omdat moeder dikwijls ziek was, deed Klasina de huishouding. Daarnaast had ze ook werkhui zen, vooral bij de boerderijen. Als in april de koeien naar buiten gingen, maakte zij de stal schoon en deed huishoudelijke klusjes voor de boerin. Ze werkte in die tijd ook in de Fabrielcs- buurt bij de kruising van de Callantsogervaart en de Langevliet. Aan de zuidkant daarvan stond de Zuivelfabriek Koegras. Daar werkte Klasina bij de beheerder in huis. De chauf feur van de melkwagen, Henk Bakker, vroeg haar eens een ritje mee te rijden, een rondje Callantsogervaart. Dat heeft ze verschillende keren gedaan. "We hadden niks, hoor!" Maar zijn jongere broer Jaap toonde meer interesse en had al eens geïnformeerd naar dat meisje, dat met hem meereed. Op haar zestiende kreeg ze haar eerste echte baan, ze ging in betrekking bij slager Arie Blaauboer aan de Schoolweg in Julianadorp. Van 8 uur 's morgens tot 2 uur 's middags en zaterdags de hele dag in de huishouding. Dan moesten ook de winkel en de slagerij worden schoongemaakt. Het was toen gewoonte datje ook op zondag werkte, dus dat waren zeven dagen in de week. Ze verdiende er vier en een halve gulden mee. Alles wat werd verdiend, moest thuis worden afgedragen en ging op aan het gezin. Aan sparen kwam je niet toe. Op de Zandtemer kermis in 1938 kwam ze Jaap Bakker weer tegen. Hij had net een meisje naar Den Helder gebracht, maar kwam terug Klasina Bakker, 1926 Haar ouders waren Cornelis Bakker en Neel- tje Kos. Vader Bakker was werkman en trok van de ene boer naar de andere. Meestal was hij er een jaar in dienst, van maart tot maart. 'Vast werk' noemde men dat. Als het van beide kanten goed beviel bleef hij wel eens twee of drie jaar bij dezelfde baas. Het gezin woonde in het werkmanshuisje bij de boerderij. Maar het kon ook gebeuren dat vader na een jaar opzei en knecht werd bij een andere boer. Va der deed al het werk wat er op zo'n bedrijf ge beuren moest, zowel op het land als in de stal. Het gezin heeft vele keren moeten verhuizen. Klasina had één broer, Nico, en zeven zussen. Zijzelf was de op één na jongste in een gezin, dat in grote armoe leefde, zoals velen in de dertiger jaren. Klasina was driejaar oud toen de familie aan de Belkmerweg ging wonen, aan de kant van 't Zand. Daar ging zij later ook naar school. Zij herinnert zich nog, dat ze elke dag 4 a 5 kilo meter moest fietsen om er te komen. -8.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2010 | | pagina 10