brandweer
Deel 2 - Gerard Sneekes en Harry Bijpost Klaas Schuurman
In de vorige Clock vertelden oud-spuitgasten Willem Rampen en Piet Bleijendaal over hun erva
ringen bij de Callantsoger vrijwillige brandweer. Dit keer is de tegenwoordige generatie aan het
woord: Gerard Sneekes en Harry Bijpost. Twee mannen - vrouwen moetje in dit metier nog steeds
met een lantaarntje zoeken - die zich bijna elke maandagavond in het brandweerpak hijsen voor
de wekelijkse oefening. En soms moeten ze op stel en sprong hun dagelijkse beslommeringen in de
steek laten voor een heuse calamiteit. Wat drijft hen
Gerard Sneekes (55) bevestigt het beeld dat 'Vroeger oefenden we om de week twee uur op
oud-collega Piet Bleijendaal in de vorige Clock
schetste: het is allemaal wat formeler gewor
den bij het korps. 'Een vrijwilliger is tegen
woordig verplicht de opleiding tot manschap
A te volgen,' zegt hij. 'Vroeger heette dat trou
wens brandwacht 2e klas. Twee jaar lang moet
je daarvoor elke week naar Den Helder voor
theorie- en praktijkavonden. En als je hoofd
brandwacht wil worden, moet je daar nog
eens twee jaar aan vastplakken.'
de maandagavond, nu is dat elke maandag. En
dan worden alle facetten geoefend.' De Twee-
wielerspecialist somt op: brand nabootsen,
hulpverlening simuleren, met perslucht op
een ruimte vol rook binnengaan.
'En sinds anderhalf jaar,' vult Sneekes aan,
'gaan we een tot twee keer per jaar naar een
oefencentrum ergens in het land. Jawel, het
wordt al professioneler!'
De dienst staat tegenwoordig
onder supervisie van de burge
meester van Zijpe en is structu
reel en materieel een professio
nele organisatie geworden.
'Ilc doe het deels uit gemeen
schapszin - je wilt wat terug
doen voor je medemens -, maar
ook voor de gezelligheid,' zegt
Gerard, gevraagd naar zijn moti
vatie. 'Die gezelligheid is heel be
langrijk, want als die verdwijnt,
verlies je een hoop vrijwilligers.'
'Zo van de trekker'
Harry Bijpost schetst de gang van zaken bij
alarm. 'Op een brandweerwagen moeten mi
nimaal zes manschappen zitten. Een bevel
voerder, een chauffeur en vier manschappen.
(Overigens: een chauffeur moet een groot rij
bewijs hebben en een zogeheten "blauwlicht-
diploma"). Zonder bevelvoerder rukken we
niet uit. Als de eerste zes er zijn, gaan we rij
den. Soms, als het op de route ligt, pikken we
onderweg nog wel eens iemand op. We heb
ben Gerard eens een keer van zijn erf gehaald,
bij wijze van spreken zó van de trekker.'
'Geen passend werk hier'
Het valt niet mee de manschap
pen op getalssterkte te houden,
vertelt de voormalige varkens
fokker en trotse vader van enkele talentvolle
paardrijdsters. 'We zitten nu op 15 man, maar
we hebben er liever 17. De gemiddelde leeftijd
is circa 45 jaar. Vroeger moest je op je 55e al
afscheid nemen, dat is onlangs gelukkig opge
rekt tot 60.' In verband met een snelle beschik
baarheid in geval dat, moeten de spuitgasten
in Callantsoog wonen en werken. 'Daardoor
zijn enkele leden vertrokken,' weet Sneekes.
'Die konden hier geen passend werk vinden
en zochten hun heil elders.'
Volgens Harry Bijpost (44) is het de laatste ja
ren ook wat zwaarder geworden.
-74.-