Toen het toerisme in Callantsoog op gang be
gon te komen wilden vele dorpsbewoners daar
een graantje van meepikken. Daarom beslo
ten Grietje Kater en haar stiefvader Hendrik
Hoiting slaapkamers in te richten op de voor
zolder van de boerderij. Er werd aan de voor
kant van het huis een dakkapel geplaatst. Aan
de zijkant werden vier koeplaatsen aan het
bedrijfsgedeelte onttrokken en daarin werden
de keuken en de trapopgang gerealiseerd. De
trap werd gemaakt van een oude scheepstrap.
Nog goed herinner ik mij de sterk uitgesleten
treden van deze oude trap. De zolderopening
werd afgesloten met een luik met katrol en
heel zwaar gewicht.
BB
Zo was de situatie toen wij daar in 1949 gin
gen wonen. In de keuken stond een pomp op
het granieten aanrecht, aangesloten op de re
genwaterput naast het huis. Op het lange aan-
rechtblad stonden ook drie petroleumstellen.
De stroomvoorziening bestond uit een wind
molen op de lcoeboet achter het huis waarmee
accu's werden opgeladen. Bij windstilte werd
een generator met dieselmotor gebruikt die
op de dors stond. Op de dors stond ook de hou
ten kuipwasmachine. In de kleine kamer en
de woonkamer lag balatumzeil op de vloer en
in de slaapkamers waren de houten vloeren
donkergroen geschilderd.
Ilc wil proberen het interieurbeeld te schetsen
zoals me dat uit de begintijd van de jaren vijf
tig is bijgebleven. Een biezen mat in de kleine
kamer. Voor het raam een tafel met links een
rieten leunstoel voor m'n vader en rechts in
de hoek een Thonet leunstoel voor m'n moe
der. Schuin in de hoek de kast van de trapnaai-
machine met daarop het theeblad met het
theeservies. Daarboven op een schuin hoek-
plankje de radio die speelde op accustroom.
Deze stond er alleen 's zomers want dan werd
in de kleine kamer gewoond: vanaf mei als de
lcolenkachel in de woonkamer niet meer werd
gestookt. Tegen de achterwand een zitmeubel
van pitriet waarin ook wol en stopgaren en
breiwerk werden bewaard. In de andere hoek
stond vaders secretaire met de bedrijfsadmi
nistratie. Aan de behangen muren een trouw
portret van mijn ouders en een luchtfoto van
de boerderij. Boven de tafel net als in de woon
kamer een bruine perkamenten lamp met een
gebloemde kap met franje die aan een stang
hing bekleed met een soort touw.
In de woonkamer waar 's winters werd geleefd
lag een bruin gebloemd karpet op de vloer. De
tafel met een pluchen kleed met oosterse mo
tieven stond in het midden. Daaromheen zes
stoelen met donkerrode pluchen zittingen.
Twee met leuning en vier zonder. Boven de
zwarte marmeren schouw hing een spiegel
met kwasten en daaronder stond een pendu
le. Links van de zwarte lcolenkachel stond een
leren fauteuil en rechts een
zogenaamde rookstoel met
bruine kussens en een be
weegbare rugleuning. Naast
de deur naar de slaapkamer
stond een dressoir met een
spiegel, naast de rookstoel
een rooktafel met metalen
blad met daarop een tinnen
rookstel en een koperen tabakspot. Aan de
behangen muren een tweetal olieverfschilde
rijen met vergulde lijsten en een boekenplank.
Zware sluitgordijnen, bruin met een rand van
zwartrode motieven. Keurige zogenaamde
broelc-vitrages en enkele gehaakte kleedjes en
antimakassars completeerden het geheel.
De wc was buiten, achter de boerderij boven
de gierlcelder. Omstreeks 1952 werd er wa
terleiding aangelegd en werd er in het vier
kant een doorspoeltoilet ingericht. Het oude
groene huuslce stond er nog tot het in de barre
stormnacht van 31 januari op 1 februari 1953
een einde vond...
Op het erf een wat scheefgezakte koeboet van
zwartgeteerde planken en gedekt met oud-
Hollandse pannen. Het erf was in 1949 nog ge
heel boomloos. Hard kon de stormwind soms
om de boerderij gieren en de pannen van het
dak blazen. Dat kun je je nu niet meer voor
stellen als je ziet hoe de oude Grietjes Hoeve
nu geheel in het groen is verdwenen... In 1950
werden er elzen- en ligusterhagen aangeplant
en een moestuin met boomgaard aangelegd.
Zo ontstond een plek waar het goed was om te
wonen. De plek van mijn jeugd.
-34.-
G"/G/£Tjr£S HOEVE