Tussen de woonkamer en de binnenkamer lagen twee bedsteden met paneeldeuren. De binnenkamer werd gescheiden van de 'dors' ook weer door twee bedsteden met daartus sen zo'n donker doorloopje met twee deuren. Je kon dus in zo'n stolpboerderij een rondje lopen rond het vierkant want vanuit de dors was er ook weer een toegangsdeur naar het achterom. Onder de bedstede die tegen de zijmuur lag was een kelder met stahoogte en een raampje in de zijmuur. Het luik dat toegang gaf tot de keldertrap was in het doorloopje naar de dors. Boven waren geen kamers dus de ruimte on der het hoge rieten dak rond de hooiberg was opslagplaats voor hooi en stro. Achter en naast de boerderij stond een aantal houten schuren voor het jongvee en de var kens en de schapen. De hoge 'boet' achter de boerderij had een rieten dak. In deze boet heb ben in de Tweede Wereldoorlog tijdelijk nog vluchtelingen uit Den Helder gewoond. De andere schuren hadden ijzeren golfplaten als dakbedekking. Vóór de boerderij was een gesnoeide haag van vlierbomen en rechts daarvan zorgde een groep wilgen, vlierbomen en elzen voor de nodige luwte. Op het grote achtererf stond een hooiberg of klamp. In de zomer tijdens de oogsttijd werden daar de zaadschelven opge bouwd om te wachten tot het moment dat de dorsmachine kwam. Op dat grote erf waren tegen de Zandweg aan drie grote barakken gebouwd in de mobilisa tie die tijdens de oorlog werden gebruikt door de Duitsers als feestzaal en als huisvesting voor Helderse evacués. De plek van De Tempel werd vaak 'bij de S- bocht' genoemd. Die bocht is nu geheel ver dwenen evenals het prachtige dennenbos- en heidegebeid dat destijds was te vinden in de hoek Oosterweg/Zandweg. Het dennenbos ver dween grotendeels door houtkap in de oor log. In 1949 verhuisde ons gezin naar de Grietjes Hoeve aan de Jewelweg. Mevrouw Baken-Kui per en haar zoon Adriaan vestigden zich weer op De Tempel en boerden daar tot 1958/1959. Vanaf dat moment was De Tempel geen vee bedrijf meer en werd de oude hoeve grondig verbouwd. De familie Van Klaveren ging er wo nen. De boerderij Grietjes Hoeve werd in het begin van de jaren '30 gebouwd in opdracht van Ger- rit Kater na de brand van de vorige boerderij die verder het land in stond. Het is een stolp boerderij met één vierkant en met een dakbe dekking van lichtrode Mulderpannen. Op de bovenverdieping waren oorspronkelijk geen kamers. Ook was er beneden aanvankelijk geen keuken hoewel de koestal niet doorliep tot aan de voordeur. Het woonhuis bestond uit een gang met links een kleine kamer en rechts de woonkamer. Hoo/ Naast de woonkamer waren twee slaapka mers, één aan de voorkant van de boerderij en één aan der zijkant. Alle vertrekken hadden paneeldeuren met drie verticale en drie hori zontale panelen. In de kleine kamer was het schilderwerk blauw met okergeel, in de gang donkerrood met okergeel, in de woonkamer grijs met beige en in de slaapkamer lichtgeel met beige. Deze kleuren kwamen ook terug in de ballcenplafonds met kartonvlakken tus sen de balken. De koestal bood oorspronkelijk op de lange regel en op de korte regel plaats aan 14 melkkoeien. Twee koeplaatsen werden telkens gescheiden door een staander met een plank en drie roodgeschilderde buizen. Het schuurschot langs de centraal in het vierkant gelegen hooiberg was ook hier donkerblauw. In de stal was een welput waarop een pomp was geplaatst. Via houten goten kon zo twee maal per dag de drinlcgoot die voor de koeien langs de buitenmuur liep vol gepompt wor den. De Grietjes Hoeve was in de eerste 20 jaar van haar bestaan niet voorzien van waterlei ding en elektriciteit. -33.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2009 | | pagina 13