Op een nevelige ochtend in november vertrok Thijs om vijf uur en ik volgde hem een paar uur later. Ik moet nog vermelden dat Thijs op een gewone tourfiets reed. Ik volgde hem de hele dag tot ik rond negen uur mijn collega's kon vertellen dat Thijs over enkele uren aan zou komen. En inderdaad, kort na elf uur kwam een totaal uitgeputte jongeman in Uithoorn aan, protsende dat be halve een zeer achterwerk hij zich prima voel de. We boden hem warme worstjes, koffie en tweehonderd gulden aan. EMIGRATIE IN HET VOORUITZICHT Het leek er op dat ik in 1962 alles had bereikt wat mijn hart maar kon begeren: een erken ning als architect, een knappe vrouw, vier gezonde kinderen, een nieuw huis en een vaste baan. De ironie was dat we juist in die tijd door onrust en ontevredenheid werden geplaagd. Hierin speelde het feit dat we een hekel aan het Nederlandse klimaat hadden een belangrijke rol. Vakanties naar het zui den hadden ons een voorproeve gegeven van zon en warmte, maar daarna gingen we altijd weer de koude en donkere wintermaanden in Nederland tegemoet. We begonnen ons ook af te vragen of we nu alles hadden bereikt wat het leven had te bieden. We dachten dat we er later misschien spijt van zouden krijgen als we nooit eens iets avontuurlijks zouden heb ben ondernomen. Toen we in de zomer van 1962 voor een week end in Callantsoog waren kwam Jan van Woe- silc plotseling opdagen. Hij was zeven jaar lang in Australië geweest; in het begin hadden we aan elkaar geschreven, maar jaren hadden we al geen contact meer gehad. Jan vertelde ons dat hij naar Nederland was gekomen om het meisje van zijn dromen te vinden om dan met haar als zijn bruid naar Sydney terug te keren. Gedurende de jaren die daarop volgden zagen we heel wat van Jan. Wanneer hij in zijn twee dehands Citroen bij ons in Uithoorn op bezoek kwam stoeide hij met de kinderen en vertelde sterke verhalen over zijn tijd in Australië. Op een dag kwam Jan met Geeslce, zijn nieuwe meisje, op visite. Hij kondigde aan dat ze bin nenkort zouden gaan trouwen en daarna sa men in Sydney gaan wonen in het huis dat hij daar bezat. Maar Geeslce dacht er aanvankelijk heel anders over. Ze bekende dat ze van Jan hield en best met hem zou willen trouwen, maar emigreren naar Australië, daar dacht ze niet aan. Jan was er van overtuigd dat ze van gedachten zou veranderen. Mij n vriend Jan van Woesilc was buitengewoon positief over Australië en volgens hem waren er uitstekende mogelijkheden voor een ar chitect. Hij bleef doorrazen over Australië en tenslotte werden we door zijn enthousiasme geïnfecteerd. We begonnen te geloven dat emi gratie naar dat warmere land het geneesmid del voor onze rusteloosheid kon zijn. We wil den niet alleen maar op Jans verhalen afgaan en besloten meer informatie in te winnen. We leenden boeken over Australië van de biblio theek en schreven naar de zuster en zwager van Ans, die tien jaar tevoren naar Melbourne waren geëmigreerd. Ilc won ook inlichtingen in betreffende de vooruitzichten voor een ar chitect in Australië. Het leek allemaal fantas tisch en ons enthousiasme begon steeds toe te nemen. Onze kennis van de Engelse taal was nog maar matig. Op de MTS had ik wat technisch En gels geleerd en Ans kende ook de beginselen van de taal. We besloten de taal beter te leren door 'English by Radio' te volgen op de BBC en door Engelse boeken te lezen. Ilc ging ook een cursus 'Cambridge English Proficiency' in Amsterdam volgen en Ans deed een cursus in Engelse stenografie. Pas in het voorjaar van 1965 besloten we de grote stap te wagen. De reden waarom we de beslissing hadden uitgesteld was het feit dat ik de kans had om mijn eigen praktijk te be ginnen. De mogelijkheid om voor mezelf te werken leek op dat moment toch nog aan trekkelijker dan emigratie. Hoewel de kans op succes gering was zou ik het er toch bijna op gewaagd hebben. Nu, na vijfendertig jaar, lijkt het bijna ongeloofwaardig dat we bereid waren om ons comfortabele leven op te geven teneinde een volkomen onbekende toekomst tegemoet te gaan. Het voordeel was dat Ans en ik geen menings verschil over de emigratie hadden. We ver langden allebei naar het betere klimaat. Ook keken we uit naar de lange zeereis die ons een idee zou geven van de uitgestrektheid van de wereld. We waren ons ervan bewust dat we te genspoed konden verwachten maar waren er tevens zeker van dat we daar tegenop zouden kunnen. Het was onze overtuiging dat het een onvergetelijk avontuur zou zijn, zelfs als het op een mislukking uit zou draaien. We beslo ten om onze familie en kennissen niet van het -66.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2008 | | pagina 6