Nevtr a, duli mmwut (Hot)
Jaap de Vries
Van hard werken tot frivoliteit
Rie de Groot, of haar hulp in de huishouding,
maakte voor al het binnenpersoneel koffie in
de ochtend en thee in de middag. Vaak had
iedereen een kano bij de koffie. De lol was om
te knobbelen, waarbij de verliezer de kano's
moest betalen. Het was logisch dat op de lange
duur ieder daarmee zijn eigen kano betaalde.
De belangrijkste gebeurtenis was de jaarlijkse
uitgaansdag. Jan de Groot huurde dan een
bus en nodigde al zijn personeel en hun echt
genoten uit om er aan deel te nemen. Hij en
zijn vrouw organiseerden ochtend- en namid
dagexcursies, gevolgd door een avondgebeu-
ren, zoals een bezoek aan een cabaret of een
toneelstuk. Alles werd van te voren tot in de
puntjes op touw gezet, met inbegrip van een
gemeenschappelijke lunch en diner. Eén van
de attracties was het feit dat de verschillende
bestemmingen van de dag niet van te voren
werden geopenbaard. De loyaliteit jegens het
'Bureau De Groot' (en in het bijzonder jegens
het echtpaar De Groot) werd als gevolg van
deze uitjes aanmerkelijk versterkt. Ook vorm
de het een gevoel van saamhorigheid onder
het personeel. Sommige vriendschappen die
daar uit voortvloeiden hebben zich tot op de
dag van heden gehandhaafd.
Op een keer gaf het gemeentebestuur van Uit
hoorn opdracht aan drie plaatselijke architec
ten om gezamenlijk een belangrijk woning
bouwproject voor te bereiden. Jan de Groot
was één van hen. Drie van mijn collega's en
ik boden aan om het hele project onder con
tract uit te voeren, onder voorwaarde dat we
's avonds Jan de Groots tekenkamer zouden
mogen gebruiken. Ons voorstel en onze prijs
opgave werden geaccepteerd alle drie de ar
chitecten waren maar al te blij dat ze op die
manier de complicaties van een gemeenschap
pelijke opdracht omzeilden.
We werkten aan het project in de avonduren
en het duurde verscheidene maanden voor
dat we alle documentatie klaar hadden. Maar
we hadden de job belangrijk vlugger kun
nen doen als we niet het slachtoffer van onze
eigen zwakheid waren geworden we waren
namelijk alle vier verwoede kaartspelers. Elke
avond, nadat we een goed uur hadden ge
werkt, had mevrouw De Groot de koffie voor
ons klaar staan in de conferentieruimte. Ter
wijl we onze koffie dronken konden we zelden
de verleiding weerstaan om een spelletje te
hartenjagen. We hadden altijd het goede voor
nemen om niet meer dan één spelletje 'in en
uit' te spelen. Helaas werden we vaak zo door
het kaartspel in beslag genomen dat we het
ene rondje na het andere speelden. Tegen mid
dernacht, wanneer we eindelijk de kaarten op
borgen, was het tijd om naar huis te gaan. Na
zo'n lange avond 'werken' toonden onze res
pectieve vrouwen bewondering en sympathie
voor hun ploeterende mannen, niet wetend
dat we onze tijd hadden verbeuzeld.
Mijn collega's, met inbegrip van mijzelf, daag
den elkaar vaak uit om buitensporige dingen
te doen en te wedden op de uitkomst ervan.
De daden waarop we wedden waren onder
andere midden in de winter de Amstel over
zwemmen, zonder te drinken een rol beschuit
binnen tien minuten opeten of onze baarden
laten groeien voor zes maanden (in de tijd dat
baarden niet in de mode waren).
Eén onvergetelijke uitdaging werd op een och
tend onder koffietijd door mij aangericht. Ik
vertelde dat ik op een keer in één dag vanaf
Luxemburg naar Hilversum had gefietst, een
afstand van 280 kilometer. Mijn collega Thijs
Huisman schepte op dat hij het beter had ge
daan door in één dag 320 kilometer te hebben
gefietst. We daagden hem uit dezelfde afstand
binnen een dag rond het IJsselmeer te fietsen
met als beloning vijfentwintig gulden van ons
ieder als hij er in zou slagen. Thijs accepteerde
de uitdaging en ik bood aan hem op de mo
torfiets te volgen om te controleren of hij de
vereiste route zou volgen.
Er was altijd een enorme hoeveelheid werk op Jan de Groots bureau en het personeel werkte hard.
We hadden een grote verscheidenheid aan werk: woningen, bedrijfspanden, fabrieken, scholen,
bejaardenhuizen en kerken. De tekenkamer was met de woning van het gezin De Groot verbonden,
waardoor we vrij veel contact met mevrouw (Rie) de Groot en de kinderen hadden. Toen ik daar
kwam werken hadden ze zeven kleine kinderen die om beurten bij ons op kantoor een praatje kwa
men maken.
-65.-