l/erkalm tut kei J. T. Bremer Een walvis op het strand, 1641 'Den 5 October is alhier op de Strant van Cal- lantsooge een Walvis gestrant en aangespoelt (die mecrocephale genaamt wierde) omtrent het Buizegat. Hij was 68 voeten (ongeveer 17,4 meter), hij spoog veel vet op Strant. Die hem lcogte wisten de hersenen daaruit te halen, die al te malen als Honingsraden aan malkander lagen, die hij rafineerde met een looge van kalk gemaakt, en doe hadde hij de schoonste Sperma Ceti, die men in de Apotheek kon vin den en kreeg daar zeer veel geld van'. Hoewel de auteur van de kroniek deze gebeur tenissen zelf niet heeft meegemaakt, omdat hij pas in 1650 als zoon van Jan Cornelisz, herber gier in De Jonge Prins te Schoorl werd geboren, hoeft aan de juistheid van zijn verhaal niet te worden getwijfeld. De chirurgijn Dirk Burger van Schoorel, die op het kerkhof van Callants oog begraven ligt, was immers ter plaatse goed bekend en heeft ongetwijfeld mensen gespro ken die de bovenvermelde gebeurtenis wel hadden meegemaakt. Bovendien, hoewel het beslist niet dagelijks gebeurde, kwam het wel vaker voor dat een walvis ergens op de kust van de Lage Landen strandde. Voorteken De 17e eeuwse theoloog en medewerker aan de beroemde Statenvertaling van het Oude Testa ment Willem Baudart, ook bekend als de ge schiedschrijver Guilielmus Baudartius (1565- 1640) verhaalt in zijn Memoriën (1620) onder meer over een walvis die in 1598 bij Katwijk was aangespoeld. De komst van zo'n wonder lijk dier werd in die tijd, evenals de verschij ning van een bijzondere ster of komeet aan de hemel, gezien als een teken van naderend onheil. Vandaar dat de predikanten dan oprie pen tot bekering van alle zonden waarmee de mensen God tergden "Wanneer ergens een wonderteken geschiedt," zegt Baudartius, "dan is het voor ons altijd een ernstige vermaning om ons leven te beteren." Hoewel Dirk Burger op andere plaatsen in zijn kroniek ook uiting geeft aan dit geloof (de hand des Heren kan niemand keren, schrijft hij bij een ernstige muizenplaag) heeft hij in dit geval geen commentaar. Hij is kennelijk meer onder de indruk van het geld dat een handige tijdgenoot ermee had verdiend! Een niet nader genoemd persoon had de walvis blijkbaar gekocht van de eigenaar van het strand. Medicijn Onze walvisvaarders namen behalve de kost bare traan ook nog walviskaken, baleinen en ribben mee. Uit de kaken en ribben liet men tijdens de terugreis nog bruikbare olie (lcnook- olie) lekken. Thuis kon men echter met de ka ken en ribben weinig beginnen; deze waren niet, zoals de baleinen, te bewerken en alleen nog te gebruiken bij de afperking van dorps wegen en tuinen, als hekken, wrijfpalen voor het vee, als platte stoep of, zoals op Ameland, als grafzerk. De befaamde 'Cronyk van de stad Medemblik' van Dirk Burger van Schoorel (1650-1717) bevat ook 'een nette beschrijving van veele aanmerkingswaardige geschiedenissen in Noordholland voorgeval len'. Eén van de geschiedenissen is het verhaal van een op het strand tussen Callantsoog en Huis duinen aangespoelde walvis. Walvis op 't strand, een teken aan de wand. Deze in 1598 tussen Katwijk en Scheveningen ge strande potvis was 15 meter lang (de penis 1 me ter!). De Haarlemse tekenaar Hendrick Goltzius zag de vin voor een oor aan. Pas met de toename van de walvisvaart in het midden van de 17e eeuw werden walvissen 'vertrouwder' en de afbeeldingen van deze dieren natuurgetrouwer. "tsij met afgoderije, valsche godsdienst, hoererije, woecker, godtloose werken ofte soecken het eene huys aen het ander te brengen met quade financie ende practijcke, ofte bewoonen in verachtinghe ende na- latinghe Gods heilige Woort." - 79.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2008 | | pagina 19