Nou is het hier, aldus 'Opa', altijd lastig om
van de wal weg te komme. Dat komt door die
drie zandbanken. En als het daarbute van balc-
keleie gaat, dan is het haast niet te doen in zee
te komen. De branding slaatje telkens terug.
Enfin, onder Jaap Bakkers leiding kwam men
er dit keer wèl overheen en toen men bij de
kapotgeslagen 'Strathmore' kwam, was men
zoo fortuinlijk er reeds den eersten keer acht
man af te halen.
Maar toen gebeurde het. De boot raakte aan
het 'slieren', raakte uit haar roer, kwam scheef
op een zee te liggen en... sloeg om, met man en
muis. Nog beleeft Boelcel dit moment. Hij ver
telt het met nerveuze armbewegingen en het
oude grijze hoofd wrikt heftig heen en weer.
Huizenhooge golven
Daar lagge me meneer, in de hel van de bran
ding, onder en naast de boot. Ik voor mijn
persoon had laarzen aan en dat was natuur
lijk een groote stommiteit van me geweest. Ilc
kon echter nog een lijn grijpen van de vlet en
daar hong ik, terwijl de golleve over m'n kop
sloegen. Ik zag me schoonvader verderop. Die
stak z'n hand nog op en riep wat. Verstaan
heb ik het niet, maar het was de laatste maal
dat ik hem in levende lijve aanslcouwde. Want
hij verdronk en dreef de volgende dag bij Den
Helder aan.
Veel tijd om te kijlce had ik niet, want eentje
pakte me an de beenen en ik moest houwe wat
ik had. Een stelletje was het gelukt zich net als
ik vast te grijpen en deed nu moeite op de kiel
te kruipen. Maar dat gong niet zoo makkelijk.
Eindelijk lukte het, maar wat een vreeselijlce
tijd hebben we daar doorgebracht op die kiel.
Huizenhooge golven die wel een minuut over
je heen bleve rollen. Niks kó je zien van de
wind en het schuim. Janus Kuiper zat naast
me. Die was naar Callantsoog gekomme om te
hellepe, en ik zal nooit vergete hoe hij er een
paar uit de diepte opvischte.
Na uren Icwamen we aan het strand. Het heele
dorp was natuurlijk bij elkaar geloope en sting
ons op te wachten. Maar erg vroolijlc was de
ontvangst niet, want het eerste wat ze lconde
doen was een dooie man onder de slcuit van
daan trelclce. Dat was Gert Doorn. Brrr... Ilc zie
het nog als ik er aan denk.
Het was een vreeselijlce reis geweest, want toen
we ginge telle bleek dat er van de Strathmore,
die bij ons geweest waren, drie verdronken
waren en van de Callantsoogers in de vlet zes.
Er was rouw in Callantsoog in die dagen me-
heer... zes vaders van groote gezinnen verdron
ken... dat was heel erg en nog praten ze hier in
't dorp bij storm over die nacht.
En de Strathmore, Boekei?
Och... die liep 's morgens an de derde bank.
Later sloeg ie an barrele en hebbe me de ka
toen gelost. Ilc heb er nog een paar cente an
verdiend, maar ik weet niet... ik had er zoo in-
eenen maar een teugezin in.
Werd er aan die reddingen zelf verdiend,
Boekei?
Ja, vijf gulden als je meegong en je bracht
geen menschen aan wal en een tientje als je
een drenkeling opbrocht. Veul was het niet,
maar alle beetjes hellepe, vooral als je in oog-
enslcouw neemt, dat we in die dagen 60 cente
op een dag verdienden en meestal holclce met
12 koters hadde!
Nooit ziek geweest
Veel reddingen heeft Boelcel meegemaakt. In
1881 de schoener 'Werba'. In hetzelfde jaar de
bark 'Hospodar', in 1887 de brik 'Sophie', in...
kortom, een heele lijst. Als we de geredden op
tellen, komen we tot het indrukwekkend ge
tal van 80 en dat Opa Boelcel in zijn tijd inder
daad een mannetjesputter is geweest, wordt
wel duidelijk bewezen door den steun dien hij
van de reddingsfondsen krijgt.
Hoeveel inkomen heeft u, Boekei?
Nou meneer... van het Dorus Rijkersfonds
heb ik zes gulden en van de maatslcappij nog
twee. Da's samen acht. En me negozie... ja, die
brengt ook nog wat op, maar veel is het niet.
Maar ik zit 'r nou al 40 jaar in en dan blijf je
maar, niet?
Nog veel in de buitenlucht, Boekei?
Wat u zeit, meneer... iedere dag zit ik nog an
het strand. Dat heb ik geen dag van me leve
overgeslage en ik kan dat zegge, omdat ik nog
nooit een halleve dag ziek geweest ben. En
leze doe ik zonder fok!
Zoo is het leven van den bijna 80-jarigen Iüaas
Boelcel, die onder drie schippers schipbreuke
lingen redde aan het Callantsooger strand. Le
ven van een onbeteelcenend nerinlcje en een
steun van 8 gulden per jaar... En van wat gejut
hout aan de stranden van het dorp.
Eens in de twee weken gaat hij er nog met de
mand boodschappen op uit, naar z'n kinderen
en de klanten. Er zijn helden wien het beter is
gegaan...!
-75.-