Never a, duit -Ht&metvt
Jaap de Vries
Geboorte in een verbouwde garage
In die ijzige kou kondigde onze baby zich in
het begin van februari 1956 aan. Dit gebeurde
onverwachts, want de uitgerekende tijd was
pas drie weken later. De vroedvrouw moest in
alle haast worden gewaarschuwd, want de ge
boorte zou thuis plaatsvinden. Na twee moei
lijke dagen bracht Ans op 8 februari een ge
zonde dochter op de wereld. Maar de toestand
van de nieuwe moeder was tamelijk kritiek
na de geboorte verloor ze teveel bloed en de
vroedvrouw moest haar verscheidene injecties
geven om het bloeden te stelpen.
Ans had een cursus gevolgd in zogenaamd
'pijnloos bevallen', maar na de geboorte te
hebben bijgewoond realiseerde ik me dat het
alles behalve pijnloos was geweest. Deson
danks was het zowel voor Ans als voor mij een
speciale en onvergetelijke ervaring. We had
den een wonder zien gebeuren.
We besloten ons kind Erilca te noemen (het
geen heidebloem betekent) ze was namelijk
in de Heidelaan, vlak bij de Hilversumse heide
geboren.
Aanvankelijk hadden we een kraamverzorgster
voor hele dagen. Maar toen zij na tien dagen
vertrok werd ons geluk overschaduwd door de
zorgen die met een pasgeboren baby gepaard
gaan. Het feit dat we in uiterst primitieve om
standigheden leefden en nog in de greep van
de winter waren,verergerde die zorgen. Erilca
moest zowel overdag als 's nachts worden ge
voed. Tientallen luiers moesten worden ge
wassen en om de kachel of buiten aan de lijn
worden gedroogd buiten waren die in een
paar minuten stijf bevroren. De baby groeide
slecht en hield ons 's nachts wakker met haar
gehuil. Ans was zwak en gedeprimeerd ik
was druk met werk en moest me bovendien op
mijn studie concentreren. We begonnen over
onbetekenende voorvalletjes te twisten.
Toen het voorj aar werd ging alles gelukkig veel
beter. Nu konden we Erilca mee naar buiten
nemen en aan zon en frisse lucht blootstellen.
Ook wandelden we de korte afstand naar de
Lieberg met haar in een antieke tweedehands
kinderwagen. Al spoedig begon de baby beter
te groeien en ze huilde veel minder. Met de
komst van de lente lachte de wereld ons weer
toe.
Voor mij werd het leven in andere opzichten
ook aangenamer. Nu het minder koud was
waren de ritjes naar mijn werk en Amsterdam
beter te verdragen. Op de Academie kreeg ik
meer gevoel voor architectonisch ontwerp, zo
dat ik mijn ontluikende vaardigheid ook bij
Wesselo en Van Voorst in praktijk kon bren
gen.
Met onze gezinsuitbreiding was het wel veel
moeilijker om te reizen. Soms bracht Henk
van Wolferen ons ergens heen met de auto van
zijn werk. Helaas waren die ritjes alles behalve
comfortabel: we moesten ons dan tussen ko
peren pijpen, wc-potten en loodgietersgereed
schap zien te persen. Op die manier nam Henk
ons ook af en toe mee naar hun zomerwoning
'De Planlcenhut'. Door de jaren heen kwamen
we daar ettelijke keren soms gingen we roei
en op het Nieuwe Meer dat vanaf Henlcs stei
ger bereikbaar was.
Ans en ik namen kort na Erilca's geboorte rij
lessen in de hoop dat we ons in de toekomst
een auto zouden kunnen permitteren. Het be
zit van een auto (of liever gezegd een half be
zit) kwam vlugger dan we hadden verwacht.
Nog vóór het volop zomer was schaften we
samen met Zus en Arend een tweedehands
Lloyd bestelwagen aan. Het autootje had maar
een licht tweetalct motortje en haalde amper
een snelheid van zestig kilometer per uur op
de vlakke weg. Hoe dan ook, we konden nu er
gens naar toe gaan zonder van anderen afhan
kelijk te zijn.
Tijdens de zomermaanden werden de colleges
voor twee maanden onderbroken, hetgeen me
de gelegenheid gaf meer tijd aan het gezin te
wijden en familiebezoeken af te leggen. Om
het andere weekend hadden we de Lloyd ter
beschikking zodat we veel vaker met Erilca
Kort na onze verhuizing begon het te winteren wat een geluk dat we niet meer in Jakma's toch
tige hut woonden. Ondanks mijn leren pak werd het minder plezierig om op de motorfiets naar
mijn werk en de academie te gaan. Als de wegen glad waren ging ik met de trein naar Amsterdam,
maar ik was genoodzaakt om op de motor naar Bussum te blijven rijden.
-42.-