moeder stond 's morgens wel alweer brood te snijden!" Jaap toont een fraaie foto uit 1912, dus uit zijn vaders tijd. "Dat was een locomobiel op stoom, een dorsmachine. De waterdragers zorgden voor de koeling. Het was een zwaar loeder, dat met meerdere paarden van boerderij naar boerderij werd getrokken. Besef wel, datje in die tijd geen verharde wegen had, alleen maar karrensporen." Naast het houden van melkkoeien werd er van alles verbouwd: haver, aardappelen, suikerbie ten en graan. Een gemengd bedrijf dus. Rijden nu geavanceerde combines op het veld, Jaap heeft het graan nog met de zicht, een zeis, van het veld gehaald. "Na het maaien, moesten we de halmen in schoven bij elkaar binden. En die kwamen dan in hokken, bos sen, bij elkaar op schelven. Zwaar werk, maar we wisten niet beter, hè?" Jaap heeft het niet zelf meegemaakt, maar weet wel dat 's winters Drentse loonarbeiders - ze werden de Poepen genoemd - hielpen bij grasmaaien, zichten en hokken. "Later deden we dat allemaal zelf en hielpen de buren mee, zoals wij de buren weer hielpen." Zwarte pitjes Onvermijdelijk komt ook de oorlog ter spra ke. "Je weet toch wat er met de kerkklok is gebeurd?" vraagt Jaap. Hij geeft zelf het ant woord. "De Duitsers hebben de klok geroofd om het brons om te smelten tot wapens. Het schip met al het geroofde materiaal is op weg naar Duitsland in het IJsselmeer gezonken. Na de oorlog werd het schip gelicht. Er kwamen meerdere klokken boven water. Ook de onze!" Hij moet er nog steeds hartelijk om lachen. "De Duitsers verplichtten ons graan te telen en vetzaad, dus koolzaad en blauw maanzaad, vanwege de olie," zegt Jaap. Bets herinnert zich dat "de zwarte pitjes wel lekker smaakten. En je werd er een beetje high van." Zelf hebben ze nooit honger gekend. Jaap: "Heel het dorp kwam om graan. Soms stonden er lange rijen te wachten. Sommigen kregen een lcilo of vijf. Toen er nog veel meer mensen kwamen, ver minderde dat tot enkele kilo's." Ook de voed- seltochten tijdens de Hongerwinter herinnert hij zich. "Mensen uit de buurt van IJmuiden kwamen soms op de fiets met loodzware nood- lcacheltjes, gemaakt van plaatstaal, om die te gen voedsel te ruilen." Behalve voor zichzelf, hadden ze ook de zorg voor logés. "De Duitsers hadden de bewoners uit het dorp verdreven. De zomerwoninkjes op Hollywood waren niet toereikend voor iedereen. Sommigen werden daarom bij boeren ondergebracht. Soms op de gekste plaatsen, zoals in de lcippenboeten van Strooper." Schwarzhandel "In het dorp stond een zwaailicht als marke ringspunt voor Duitse vliegtuigen die richting Engeland vlogen. De geallieerden probeerden dat licht uit te schakelen. Nadat een geal lieerde bom de boerderij van Tantje Jaantje had vernield, werd het zwaailicht verplaatst naar het vrije veld - vlakbij Abbestee. Er liep ook een waakhond rond. Die had jongen en ging daarom op rooftocht. Op een dag zag ik 'm op ons erf met een kip in z'n bek. Een stuk of vijf kippen waren al dood. Toen heb ik de hond gegrepen, een touw om z'n nek gebonden en geprobeerd 'm aan een boom op te hangen. Op 't moment dat ie bijna vrij in de lucht hing, kwam m'n vader aanlopen en hield me tegen. Dat kon niet, vond hij. M'n vader heeft het toen hoog op laten lopen met de Duitse commandant in Callantsoog, ene Gustaaf. Vader weigerde de hond mee te geven aan Duitse soldaten, want hij wilde schade vergoeding. "Laat de commandant zelf maar komen," zei hij. En daar bleef hij bij, ook toen ze hem waarschuwden dat ie met vuur speel de. Die Gustaaf kwam inderdaad en brulde keihard - de koeien scheten er een paar keer extra door! - dat hij ons zou laten einsperren, en intussen trok hij het clipje van z'n pistool- Simon Vries-Maasen en Marie Vries-Maasen met kinderen; hun personeel Coba Langereis, Kees Prins; het personeel van de dorsmachine Klaas Brak, Arend Toes, Hendrik Kooger, Tennis Borst, Gerrit Kuiper, Cornelis Snel en Piet Kruit; de buurman Jan Bakker met vier kinderen bij de stoomdorsmachine voor de boerderij Keetenburgh. Niestadt-fotocollectie Zijper Museum, Schagerbrug -3.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2008 | | pagina 5