gemaakte foto's in een album. De delicate bloemetjes zijn na vijftig jaar nog steeds goed gebleven. Op een dag gingen we met de stoomtrein vanaf Tavanasa naar Flims, een bekend wintersport gebied. In Flims gingen we met de Sesselbahn naar de top van een berg, waar zelfs in augus tus nog sneeuw lag. In die tijd had ik vrijwel geen reiservaring - daarom was alles wat ik toen beleefde nog bijzonder enerverend. Later ontmoette ik nog enkelen van mijn me dereizigers tijdens een fotoreünie. Daarna bleef ik nog lang bevriend met één van hen, een jongeman waarmee ik veel gemeen had. Ten tijde van onze ontmoeting studeerden we allebei bouwkunde, hij op de MTS in Rotter dam en ik in Haarlem. Drie weken na die welverdiende vakantie be gonnen de lessen weer. De concentratie op mijn studie moet wel intens zijn geweest, want ik kan me van dat jaar nog maar een paar voorvallen herinneren. Eén daarvan was een verdere ontmoeting met Teuna. Toevalligerwijze waren Teuna's oom en tante naar Zandvoort verhuisd en woonden zij dus maar een korte afstand vanaf Haarlem. Toen Teuna kort na mijn terugkeer naar Haarlem bij hen logeerde ging ik haar opzoeken. He laas was mijn genegenheid voor haar intussen sterk verminderd. Uit de brieven die ze me had geschreven was het duidelijk dat we weinig ge meen hadden - wat betreft interesse en ambi ties waren we werelden van elkaar verwijderd. Bovendien was ik me bewust dat ik een druk jaar voor de boeg had en dat romantische ver wikkelingen beter uitgesteld konden worden. Ilc vertelde Teuna dat ik onze vriendschap wil de beëindigen. Toen ik merkte dat ze dit nogal zwaar opnam, stelde ik voor haar weer te ont moeten wanneer ik mijn studie afhad. Uiter aard was het toen al te bezien of een verder rendez-vous nog wat te betekenen zou hebben. Met een laatste omhelzing en wat tranen na men we afscheid van elkaar. De voorgenomen ontmoeting heeft nooit plaats gevonden. Ik zag er nu naar uit om zonder door iemand te worden afgeleid me volledig op mijn studie te werpen. Maar dit scheen niet zo te mogen zijn - mijn rustige leven bij de van Leeuwens werd plotseling verstoord door de aankomst van een paar extra inwoners. Het waren twee zusjes, tienjarige Hennie en twaalfjarige Lia. De enige plaats waar de zusjes konden slapen was op de zolder vlak naast mijn studeerka mertje. Hoewel het lawaaierige gedrag van de kinderen me soms van mijn studie afleidde, had ik toch plezier in hun aanwezigheid. We stoeiden vaak met elkaar en soms kietelden ze me totdat ik omrolde van het lachen. Het was stellig niet langer saai in het gezin van de Van Leeuwens. De reden waarom Hennie en Lia bij ons in kwa men wonen ben ik nooit precies aan de weet gekomen. Volgens de verhalen van tante Dien was de moeder van de meisjes gescheiden; omdat ze daarna als een prostituee was gaan werken, was haar de zorg voor haar dochters ontzegd. Blijkbaar mocht ze de meisjes nog wel bezoeken, want van tijd tot tijd kwam ze in gezelschap van een man (waarschijnlijk haar souteneur) opdagen. Nadat tante Dien ze overvloedig te eten en te drinken had gegeven, verdwenen ze in de regel weer. Ilc vraag me vaak af wat er van die levenslus tige kinderen terecht is gekomen - ik hoop maar dat ze hun moeder niet in haar vak heb ben opgevolgd. Ondanks de beroering die Hennie en Lia ver oorzaakten, ging het goed met mijn studie. Het was een taai jaar maar het eindresultaat maakte mijn doorzettingsvermogen de moei te waard. In juli 1952 slaagde ik met vlag en wimpel. Dit betekende ook het einde van mijn verblijf in Haarlem. Intussen had ik mijn opties al afgewogen. Callantsoog was nog steeds mijn thuis, maar het zou moeilijk zijn om daar ge schikt werk te vinden. Zus en Arend hadden me aangeboden om bij hen in te komen wo nen, wetende dat ik me daar ook goed thuis voelde. De kans om werk in het Gooi te vinden was zeker groter dan in Callantsoog, zodat dat ik Zus' en Arends gulle aanbod met enthousi asme aanvaardde. Hoewel ik me nooit helemaal thuis had ge voeld in Haarlem was het toch pijnlijk om afscheid te nemen van tante Dien en oom Arie, mensen die met zoveel toewijding voor me hadden gezorgd. Ilc nam ook afscheid van Chris, Ger, Hennie en Lia en was blij dat mijn twee vriendinnetjes nu een behoorlijke slaap kamer hadden. Voor de laatste keer fietste ik langs de zo be kend geworden weg van Haarlem naar het Gooi. -10.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2008 | | pagina 12