Never co duli moment (wwiq) MIJN PRAKTISCHE JAAR Voordat ik serieus naar werk ging zoeken, gingen Toon Joosten en ik een fietstocht door België en Luxemburg maken. Voor mij was het de eerste keer dat ik in het buitenland kwam. Omdat we gewend waren aan de vlakke Ne derlandse wegen viel het niet mee de lange hellingen in de Ardennen te overwinnen. Ach teraf gezien verbaast het me hoeveel energie we op die leeftijd hadden - binnen tien dagen reden we met volgeladen fietsen minstens vijf honderd kilometer door die heuvelachtige ge bieden. Na terugkeer van onze fietstocht begon ik in de buurt van Callantsoog naar werk uit te zien. Ik had geluk: Cor de Leeuw, de Gemeente Opzichter van Callantsoog en Zijpe, had een assistent nodig. Hij was de vader van mijn vroegere baas Wim de Leeuw, zodoende kende hij me al en was bereid me voor een jaar in dienst te nemen. Mijn taak bestond hoofdzakelijk uit het in specteren van werken onder constructie. Deze werken bevonden zich in verschillende dorpen binnen de uitgestrekte gemeente Zij pe. Bovendien moest ik elke woens dag kantoorwerk doen. Dit bestond hoofdzakelijk uit adviezen schrijven voor het verlenen van bouwvergun ningen en deze na goedkeuring door het Gemeentebestuur uitgeven. De overige vierwelcelijlcse werkdagen fietste ik van dorp naar dorp voor in specties. Omdat de aannemers over het al gemeen vrij betrouwbaar waren en de werken niet groot, namen mijn inspecties niet zoveel tijd in beslag. Meestal had ik mijn ronde tegen een uur of drie gedaan en was ik klaar om naar huis te gaan. Maar ik wilde liever niet dat mijn baas wist dat ik vaak vroeg naar huis ging. De moeilijkheid was dat ik hem onderweg tegen kon komen wanneer hij van een vergadering uit Callantsoog kwam. Toen dat op een dag gebeurde voelde ik me vreselijk schuldig, maar het was te laat om me te verbergen of een andere weg in te slaan. Toen de Gemeente Opzichter mij in zijn auto passeerde stak hij zijn hand op en lachte veelbetekenend. Waar schijnlijk kon het hem geen snars schelen of ik om drie uur of om vijf uur naar huis ging, zolang ilc op de woensdagen zijn kantoorwerk maar deed. Eén van de voordelen om thuis te zijn was het feit dat ik mijn vrienden weer eens kon ont moeten. Ik merkte al gauw dat veel van mijn vroegere klasgenoten en vrienden zich in hun vrije tijd dood verveelden. Niet wetende wat ze met hun tijd aanmoesten, slenterden ve len 's avonds en op zondagen doelloos rond. Als gevolg besloot ik met enkele vrienden een jeugdclub op te richten. We vroegen aan het gemeentebestuur of we een in verval geraakte barak mochten gebruiken als clubhuis. De ge meente gaf graag toestemming, blij dat daar mee de kans bestond dat een aantal lanterfan ters van de straat zou verdwijnen. De barak was tjokvol met waardeloze rommel die eerst moest worden opgeruimd. Daarna maakten we het gebouw schoon, gaven het een kwast verf en installeerden smaakvolle verlichting, hetgeen de barak in een fantas tisch clubhuis transformeerde. We organiseer- -t— Jaap de Vries Na het voltooien van het tweede studiejaar kon ik voor veertien maanden naar Callantsoog terug keren. Ik hoopte daar in de omgeving werk te vinden dat aan de eisen van de MTS zou voldoen. De meesten van mijn studiegenoten moesten voor een gedeelte van hun praktische jaar ook ervaring in timmeren opdoen - vanzelfsprekend kreeg ik daarvoor vrijstelling. We waren verplicht om regel matig rapporten in te dienen die onze dagelijkse bezigheden beschreven. Leden van de Jeugdclub tijdens een strandwandeling, 1951

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2008 | | pagina 10