moest je vergunning voor hebben en als je te veel had, kreeg je een boete. Wel rode kool, die moest je met de hand weghalen en naar elkaar toe gooien. Dat was nog zwaar werk. Mijn va der kreeg 300,- voor één hectare rode kool. Vanaf de Doggersvaart ben ik nog één jaar naar school geweest, daarna was het vader helpen op de boerderij en ook gerst zichten van het land. En zoals dat toen ging, mijn zus moest helpen in de huishouding. Haar meester zei niet: "Je kan achter de koffiemolen," want zij was heel slim. Klaas en Neeltje hebben ook een klas overgeslagen, terwijl Klaas een he kel had aan leren. Die is ook op de boerderij gaan helpen en toen Willem oud genoeg was, kwam ook hij in het bedrijf. Maar goed ook, want vader had het alleen niet gered. Hier is mijn jongste broer Hendrik Dirk gebo ren. Als 16-jarige werd ik erop uitgestuurd om de dokter te waarschuwen. Ilc heb twee keer dokter Swaeters opgehaald. Doordat Henk in een andere tijd opgroeide, is hij de enige die doorgeleerd heeft. Hij was goed in talen en is leraar geweest, heeft theologie gestudeerd en had bevoegdheid om te preken. Maar hij heeft ook op de boerderij geholpen, hoor. Als kind wilde hij al dominee worden, stond in de stal met zijn armen te zwaaien en liep dan met een lange stok met een denkbeeldige collecte- zak eraan bij de koeien langs. Klaas en ik zijn altijd op de boerderij geble ven. Willem heeft later een eigen bedrijf aan de Scheidingsvliet gehad. Zijn baas is jong aan kroep overleden en mijn broer kon de huur overnemen. De boerderij staat er nu nog. De oorlog De boerderij heette De Toekomst. In de mobi lisatie werd er op het land een barak gebouwd voor Nederlandse soldaten, die in de oorlog door de Duitsers gebruikt werd. Bij de bom bardementen op Den Helder hebben we veel vluchtelingen gehad, die op de stal bivakkeer den. Vlak achter de boerderij was een rich- tinglicht geplaatst voor de Duitse bommen werpers. Daar werd op een keer een Engelse luchtmijn op gegooid, de hele boerderij stond te schudden en alle ruiten waren kapot. De schade werd door de gemeente opgenomen. Ik moest het glas in Den Helder bestellen. Ko zijnen en ruiten zijn later door de gemeente hersteld. Na de oorlog Wij hebben ongeveer 23 jaar aan de Doggers vaart gewoond. Vader raakte land kwijt. Hij kon het bedrijf van Arie Grin, aan de Lange- vliet huren en heeft het later gekocht. We had den dus een tijd twee boerderijen. Er stond een dubbel arbeidershuis, maar dat was zo oud, dat mijn moeder er niet wilde wonen. Klaas en ik gingen daar te werk. Vanaf de Doggers vaart peddelden we naar de Langevliet op de fiets op en neer. Mijn broer had wel een motor, maar hij was te zuinig om er mee te rijden. Mijn vader ging ook wel eens mee. Ik weet nog, dat tijdens de watersnood van 1953 het hier zo hard stormde dat we bang waren, dat de oude stal wel om gewaaid zou zijn, maar hij heeft het over leefd. Het huis was al gesloopt en daar is een nieuw voor gekomen. Er kwam ook een nieuwe stal voor twintig koeien. Het gezin is later naar die nieuwe optrek ver huisd. Toen Klaas en ik het bedrijf overnamen, hebben vader en moeder een huis ge kocht aan de Meester de Vriesstraat in Ju- lianadorp en zijn daar gaan wonen. Mijn moeder is daar op 77-jarige leeftijd over leden. Omdat het voor vader (toen 80) moeilijk was een huishoudster te vinden, is hij bij ons in komen wonen." Lachend: "Dat was wel een mannenhuishouding, maar we hadden hulp. En trouwens mijn broer Klaas kon goed koken, hoor." Dirk van Egmond woont nu in Julianadorp, in Buitenveld, want hij kan weinig meer zien en het lopen is moeilijk geworden. Maar z'n ge heugen is goed. Daar sta ik met de fiets naast de wagen. Mijn vader zit op de bok met een pijp in zijn mond. Jan van Scheijen staat naast me. Het paard heette Lot. Zij zal wat op het land gewerkt hebben. Jonge Jan is later getrouwd met Geertje Baken, een zuster van Gert van Eef. -66.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2007 | | pagina 6