van een studiebeurs zou ontvangen. Vertrou wende dat mij een beurs zou worden toegewe zen, waren ze bereid dit risico te nemen. Zus en Arend konden het zich niet veroorlo ven langer dan een jaar geld aan me voor te schieten ingeval ik faalde om een beurs te krijgen moest ik weer gaan timmeren en pro beren mijn schulden zo vlug mogelijk af te betalen. Ik had ook geluk wat betreft een kosthuis. Er woonden verre familieleden van ons in Haar lem en zij waren bereid me kost en inwoning te verschaffen. Tante Dien was de zuster van oom Toon (Gerard's vader) en als zodanig geen directe familie. Maar we kenden haar en haar man vrij goed. Oom Arie en tante Dien woon den met hun twee volwassen zonen in een klein huis in één van Haarlem's volksbuurten. Hoewel ze het vriendelijke aanbod deden om me onderdak te verschaffen hadden ze feite lijk geen geschikte studiegelegenheid voor me in hun huis. De enige beschikbare ruimte was een zolder voorzien van een dakkapel. Toe gang tot hun twee slaapkamers was via die zolder, zodoende kon ik nauwelijks privacy verwachten. Met mijn timmermanservaring bood ik aan om een deel van de zolder af te scheiden, een plafond en wandbelcleding in de nieuwe ruim te aan te brengen en het geheel te schilderen. Oom Arie en tante Dien waren het daar vol ledig mee eens en iedereen was content met deze oplossing. Tegen het einde van augustus nam ik ontslag bij Wim de Leeuw en pakte het gereedschap bij elkaar dat ik voor het bouwen van m'n stu deerkamer in Haarlem nodig had. Het overige gereedschap vette ik in en borg het op. TERUG NAAR SCHOOL Er wachtte me een onbekende en enigszins beangstigende wereld in Haarlem. Hoewel ik voor het toelatingsexamen was geslaagd had ik er weinig vertrouwen in dat ik hoger onder wijs aan zou kunnen. De meesten van mijn medestudenten hadden middelbare school, woonden in de stad en waren in een meer in tellectueel gerichte omgeving opgegroeid. Ik vroeg me af hoe mijn leervermogen zich met dat van hen zou laten vergelijken. De bouwlcundecursus aan de MTS (de naam was later veranderd in HTS hetgeen 'Hogere Technische School' betekent) betrof een vier jarige studie. In het derde jaar moesten we praktische ervaring opdoen, waarna we terug naar school gingen voor het laatste jaar. Begin september 1948 stuurde ik mijn schrijf bureau, boeken, kleren en wat gereedschap naar m'n nieuwe adres; dezelfde dag volgde ik op de fiets. Haarlem is ongeveer zeventig ki lometer vanaf Callantsoog, een afstand die ik doorgaans in drie tot vier uur aflegde (afhan kelijk van de richting en kracht van de wind). Ik had enkele dagen tot mijn beschikking vóór de lessen begonnen en besteedde deze aan het bouwen van mijn studeerkamer op de zolder van Van Leeuwen. Hoewel tante Dien en oom Arie me ontzettend terwille waren vond ik het leven daar nogal saai. Ik was belangrijk jonger dan hun beide zonen en had weinig met ze gemeen. Acht entwintigjarige Ger, de jongste van de twee, was drukker en zijn broer Chris werkte in een kousenfabrielc. Toen ik daar kwam wonen treurde Chris over het feit dat zijn verloofde hem in de steek had gelaten en, voor zover ik weet, is hij altijd vrijgezel gebleven. Hoewel de Van Leeuwens katholiek waren zag ik de zonen zelden naar de kerk gaan. De eni ge bezigheid die ik samen met Ger deed was zwemmen in het nabij gelegen overdekte bad. Oom Arie was bijna twee keer zo lang als tante Dien, zodoende noemden sommigen hen 'Wat en Half Wat'. Heel vroeg in de ochtend (voor ik wakker werd) ging oom Arie op de fiets naar de kwekerij waar hij werkte. Hoewel de Van Leeu wens tot de volksklasse behoorden, hadden ze een ruim inkomen van de drie 'verdieners' in het gezin. Het resultaat was dat de maaltij den altijd uitstekend en overvloedig waren. Ik droeg vijftien gulden voor kost en inwoning bij, maar ik kreeg waarschijnlijk meer te eten dan waarvoor ik betaalde. Het duurde niet lang voordat ik me volledig aan mijn studie ging wijden, hetgeen lang niet zo moeilijk was als ik me had voorgesteld. Alleen in het begin had ik wat moeite met de theoretische vakken en moest daar extra aan dacht aan schenken. Als gevolg van mijn erva ring en eerder onderricht had ik niet de min ste moeite met de praktische onderwerpen, zoals constructie, kennis van materialen en technisch tekenen. Ilc had nu belangrijk meer vrije tijd dan tijdens de voorgaande jaren, zodat ik me minstens elk tweede weekend kon ontspannen. In het begin bleef ik niet langer in Haarlem dan no- -79.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2007 | | pagina 19