Op- zzeJc gg#/ caA^aw?
De Vijfsprong van wegen is nu nog duidelijk
herkenbaar in het huidige stratenpatroon na
bij de watertoren tegenover het NS-stationsge-
bouw. Het tegenwoordige Nieuw Den Helder
ligt grotendeels in de zogenaamde Lameers-
polder in het zuidoosten van het eiland. Isaac
Le Maire (Lameer) heeft deze aanwas in circa
1600 bedijkt. Hij heeft eveneens een zuid
waartse dijk aangelegd naar het nollengebied
De Garst en vervolgens naar Quelderduin (het
tegenwoordige buurtschap De Kooyj. Ten oos
ten van het eiland Huisduinen zien we, als
een reusachtige slinger op de kaart, de afwate
ringsgeul van het wad, het Nieuwe Diep. Het
Oude Diep lag oostelijker: Balg of Wieringer-
diep. We komen de naam op deze kaart nog
tegen in het Oude Veer of Ouddieper Swin. De
naam Balch (Balg) komen we nu nog tegen in
de naam Balgzand. Dat de Wieringer balch
goed bevaarbaar is - en dus niet zo eenvou
dig af te sluiten -, wordt behalve door diepte-
cijfers, aangegeven door de weergave van een
vrij groot zeilschip in het diep. Op het eiland
Wieringen zijn de dorpen en buurtschappen
nauwkeurig weergegeven. Alleen het meest
oostelijke deel, waaronder Den Oever en de
scheepvaartgeul ten oosten van het eiland,
staat helaas niet op de kaart.
Dijktracé
Een mogelijk dijktracé vanaf Quelderduin (De
Kooy) door het Wieringer Diep (Amsteldiep) is
vaag zichtbaar, alsook een tracé zuidwaarts
richting Brabantse Hoek (Noordoostpunt) Wie-
ringerwaard. De scheidslijn van de zuidelijke
(Callantsoger) gronden vanaf de Lavey aan de
Zanddijk rooiende op de kerktoren van Hippo-
lytushoef is nauwelijks zichtbaar.
Wel heel nauwkeurig zijn de geulen, zwinnen
en prielen in het kleigebied rondom het Oude
Veer, de tegenwoordige Anna Paulownapolder,
aangegeven.
Ook is goed te zien hoe Nieuwesluis (Wierin-
gerwaard) vanuit Den Meer bezuyden Wierin
gen, de tegenwoordige Wieringermeer, bereik
baar was voor scheepjes. De ontwatering van
de Wieringerwaard vond voornamelijk plaats
via de sluis bij de tegenwoordige Drie Molens
via het Razende Swin, een zijarm van het Oude
Veer. Vanuit de Zijpe gebeurde dit ook op het
Oude Veer via Oudesluis. De poldertjes bij Cal-
lantsoog zijn eveneens met zorg weergegeven.
Ter hoogte van Dubbelduin ligt Groote Keeten
aan de zuidzijde van de Zanddijk (Oldenbarne-
veltsdijk). In het noorden staat met een klein
rood plekje de Kleine Keet aangegeven. En ten
slotte staan in het grote wadgebied zo hier en
daar de binnenduinen zo nauwkeurig moge
lijk getekend, hier en daar voorzien van een
naam. In het zuiden het Koegras, meer naar
het noorden Quelderduin, Garst, de Schoo-
ten. Maar het meest is toch zandgrond, soms
slibberige zandgronden, maar overwegend ge
woon zandgrond, zeker in het noordelijk deel.
Niet bepaald erg aantrekkelijk om te bedijken.
Dat is dan ook niet gebeurd. Pas in 1817, maar
dat was omdat er een kanaal van Den Helder
naar Amsterdam moest komen, is er een begin
gemaakt met de bedijking van het westelijk
deel (Koegraspolder). De Anna Paulownapol
der volgde pas in 1845/1846. En de meest noor
delijke gronden, het Balgzandgebied, behoren
nog steeds tot het Waddengebied.
Wilt u eens wat anders geven met de Kerst? U
kunt iemand vast blij maken met het lidmaat
schap van de Historische Vereniging Callants-
oog. U als gulle gever zorgt ervoor dat iemand
dan vier 'Clocken' per jaar krijgt, waarin aller
lei wetenswaardigheden over Callantsoog en
Groote Keeten staan vermeld. Van heel vroeger
tot herinneringen van (oud-) dorpsgenoten, al
les trekt voorbij.
Oude jaargangen van 'De Clock' zijn ook nog
te koop. Voor de helft van de prijs leunt u het
jaar van uw keuze cadeau doen. Neemt u con
tact op met de secretaris, Sara Planting.
Gegevens ontleend aan het boek
Zeshonderd jaar water en land van H. Schoorl
(Groningen, 1973)
-70.-