Greetje de Wit Als Alie en haar broer Gijs hun eerste vakan tie doorbrengen in Callantsoog is zij tien jaar oud. "We trokken toen veel op met de familie Peters," herinnert zij zich. "Die hadden een huisje aan de andere kant van het Kerkplein. Meneer Peters was burgemeester van Medem- blilc; een strenge man. Zijn vrouw was een schat. Zij hadden drie kinderen, Lies, Mieke en Harry. Alledrie leven nog." Alie Kuiper heeft nog regelmatig contact met Lies Peters, die nu in België woont. Ze toont een trouwfoto van Lies met echtgenoot, een Congolese bestuurs ambtenaar. Twee als bruidsjonkers opgedirkte zwarte jongetjes flankeren het stel. Het begrip 'politiek correct' was duidelijk nog niet inge burgerd. Broer Gijs trekt vaak op met Wim Groothof. "Zijn moeder was een zus van Opa Piet Vos en woonde als weduwe in Amsterdam." Wim blijkt nogal gecharmeerd van Alie, ook al is hij vijfjaar ouder. "Hij wist dat ik gék was op klei ne kinderen," zegt Alie en ze bladert in een fotoboek. Ze houdt stil bij een pagina met een zestal kleuterportretjes, gemaakt in 1933. "Op een dag kreeg ik deze foto's van hem: Greetje de Wit als klein meisje. Pa de Wit was lood gieter en getrouwd met een zus van Opa Vos, Tantje Jaantje. Inderdaad, van de museum- boerderij." De ballen van Koegelenberg "Waar nu Leguit zit, had je toen de kruide nierszaak annex snoepwinkel van Koegelen- berg. Die verkocht wijnballen - 'de ballen van Koegelenberg'." Op een dag jaagt mevrouw Koegelenberg Alie de stuipen op het lijf: "Ilc stond daar in m'n eentje in de winkel, toen zij een toeval kreeg - ik denk dat zij epileptisch was. Of de duivel op m'n hielen zat, rende ik naar huis. Daar gilde ik het uit: "De vrouw van Koegelenberg doet zo gek!" Mijn vader is er toen direct naartoe gegaan om haar te hel pen." "Vlakbij de kruidenierszaak had je de strand opgang; waar nu de stenen trap is. Daar stond toen een leugenbankje. Op het strand, voor het paviljoen van Vos, was een schommelschuit. Jan Vos, zoon van Opa Vos, had er plezier in de schommel in beweging te brengen, vooral als er meisjes in zaten. Want hoe harder wij gilden, hoe harder en hoger hij de schommel liet gaan!" Alie Kuiper kan er achteraf harte lijk om lachen. "We hebben er een heerlijke tijd gehad," zegt ze terugkijkend. "Het strand, de ruimte, de natuur. En vanuit Wildzang hadden wij een schitterend vrij uitzicht over de weilanden en de duinen aan de Zuidschinkeldijlc." Bombardement Na een aantal zorgeloze jeugdjaren breekt in mei '40 een donkere tijd aan. Alie Kuiper: "Na het grote bombardement op Den Helder, op 24 juni 1940, zijn we op de fiets naar Callants oog uitgeweken. De bommen hadden heel wat aangericht. Eén was er gevallen op de binnen plaats van de bakkerij van mijn latere echtge noot, Henk Kuiper. Zijn zuster Agaath werd toen door een granaatscherf verwond. Een andere zus, Truus, werd later mijn hartsvrien din." Na enkele dagen trekt de familie Boon weer huiswaarts. Het zal nog heel lang duren voor zij weer kunnen genieten van Wildzang. Alie Kuiper: "De Duitsers vonden al snel dat de huisjes in het dorp hen belemmerden. Bewoners en de houten huisjes moesten ver dwijnen. Sommige stenen woningen werden gesloopt, de zomerhuisjes werden afgebroken en weer opgebouwd op een stuk grond aan de Oosterweg, kort voor de kruising naar Groote Keeten en 't Zand." De huisjes bieden onder dak aan de bewoners die uit het dorp zijn ver dreven. Het nieuwe wijkje bestaat geheel uit houten gebouwtjes en wordt met gevoel voor ironie al gauw 'Hollywood' genoemd. Veel gla mour kan er niet te vinden zijn geweest. Roeien op de Amstel In de zomer van het eerste oorlogsjaar haalt Alie haar middelbare-schooldiploma. Eerst werkt ze nog een tijdje bij haar vader op het accountantsbureau. Het kantoorleven is ech ter niets voor haar. Dat ziet vader ook en Alie krijgt toestemming in Amsterdam te studeren aan de Academie voor Lichamelijke Opvoe ding. Tijdens de studie doet ze veel aan sport - "zoals roeien op de Amstel, héérlijk!" In 1944 studeert ze af. Uit angst voor verdere bombardementen is de familie Boon intussen van Den Helder naar Alkmaar verhuisd. Alie vindt al gauw een baan als gymnastieklerares in de kaasstad. Maar aan werken komt ze nauwelijks toe. "De treinen reden niet of heel onregelmatig, dus de kinde ren uit de omgeving van Alkmaar konden de school niet bereiken. Toch werd mijn salaris elke maand keurig thuis gebracht. Contant!" -44.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2007 | | pagina 4