Stro-kar
niet alleen begroeten den nieuwen burgemeester,
maar ook de herwonnen vrijheid.
Callantsoog, een rustig zeedorp. Al eeuwen ligt
het daar te dromen achter de duinen, die het be
schermen tegen de wild woeste wateren van de
grillige Noordzee. Talrijke schepen hebben niet
ver van de stranden gestreden tegen de zee, die er
altoos op uit schijnt te zijn, zijn bedwingers naar
de vlakke Hollandse kusten te dringen... Eeuwen
lang moeten er bij stormweer de ruige bewoners
van de zeekant op de duinen hebben gestaan, tu
rend naar de waterflarden, door zee en wind land
waarts gesmeten.
Schip op strand! Hoe vaak zal deze roep gehoord
zijn langs de kust? De Noordzee, in de zomer vaak
een zacht klotsend meer, kan zo in November een
grillig monster worden, zonder 'n greintje respect
voor schepen en schepelingen, die vertwijfeld
vechten tegen de nukken van Zuid-Westerstormen
en woest opgezweepte watermassa's!
Callantsoog heeft bewogen jaren achter de rug.
Toch moet het tweehonderd jaar geleden ook
gespookt hebben aan de kust. Van 1741 tot 1744
strandden niet minder dan acht schepen in de
buurt van Callantsoog en vooral dit laatste jaar
moet met gulden letters geschreven zijn geweest
in de harten van de rasechte strandjutters, die de
Noordzeekust opleverde. Het begon al in het voor
jaar, toen het Britse schip 'Mary Gold', geladen met
ijzer, koper, lood en balken op het strand liep.
In November en December van datzelfde jaar was
het bitter slecht weer. Aanhoudende stormen teis
terden de kusten, talrijke schepen raakten in nood.
Op 19 November kon het Britse schip 'Richard' het
niet houden tegen de losgebroken elementen. Ka
pitein John Anderson, die met een lading steen
kool op weg was van Sunderland naar Rotterdam,
moest ter hoogte van Callantsoog capituleren en
zijn schip ging verloren. Masten, zeilen, touw en
ankers werden geborgen.
In December was het opnieuw raak. Op 18 en 20
December strandden bij Callantsoog twee sche
pen, eerst het Friese aalschip 'Prinses Royaal',
schipper Otto Tjeerds. Het was van Londen ver
trokken, doch zou nimmer Workum bereiken. Na
het ijzer, de steenkool en de aal kwam de zee
zout brengen!
Het fluitschip 'De Juffrouw Marie' onder kapitein
Jan Mooijeboer, dat met zout geladen was en be
stemd voor Amsterdam, maakte van nabij kennis
met de Callantsoger duinen.
Bewogen jaren dus voor Callantsoog, dat in 1729
de laatste stranding had beleefd en na 1744 vijfja
ren moest wachten voor het weer zover was.
Schip op strand!
Hoe vaak zal deze roep nog gehoord worden, ook
in het rustige Callantsoog?
Jan Mooij Pzn
Zo'n stro-kar was een lange lorrie met aan de
kopkanten een hoog
hekwerk. De lorrie
werd overdwars gela
den met stro, helm en/
of riet en daarna over
de rails naar plaatsen
vervoerd waar geplant
en gepoot moest wor
den. De Seinpost op
de achtergrond. Van
de militairen herken
nen we uiteraard niet
één, maar de twee
dames zijn hoogst
waarschijnlijk Jaan-
tje (links) en Pietertje
Vos.
Zo af en toe komt er toch weer eens 'iets nieuws over het oude'. Neem nou deze foto van 1 april 1916.
Een ouwetje dus, uit de verzameling van Wim Unk. Volgens Willem is de foto uniek, omdat er een
stro-kar op staat.
-55.-