HoUyuwocL-tijdeMy tew euuU-
Lammie de Ruiter
gebannen, vestigden de Callantsogers zich in een
nooddorp, dat ze bouwden uit de zomerwonin
gen, die waren verrezen in het jongste verleden.
Het toenemend vreemdelingenverkeer had van
het vroegere vergeten dorpje reeds een badplaats
gemaakt van formaat en de steeds groter worden
de stroom van badgasten werd ondergebracht in
een zich steeds uitbreidend aantal zomerwonin
gen. Die werden afgebroken en ze herrezen op een
plekje, zo dicht mogelijk bij het aloude Callants-
De olijke Callantsogers gaven hun nooddorp de
vrolijk klinkende naam van 'Hollywood' en dit on
Duits klinkende woord moet de bezetters een even
grote doorn in het oog zijn geweest als de geest,
die sprak uit de hele houding der bewoners. Want
was het niet, alsof ze zeiden: "Kijk! Hier zitten we.
Zo dicht bij Callantsoog als maar mogelijk is. Wan
neer jullie weg bent dan gaan we terug. En lang
zal dat niet duren. Daarom nemen we genoegen
met lichte, houten huisjes."
Eén mannetje hadden ze in het dorp achtergela
ten: de zeeman. Die stond daar in zijn oliejas. Hij
wist meer van de zee af dan al die druk doende
Duitsers bij elkaar en hij had ze heel wat kunnen
vertellen, maar hij zweeg, zoals alle Callantsogers
zwegen, wanneer ze de bezetters zagen modde
ren. Hij was het symbool van den Callantsoger, die
stormen weerstaat en die ook deze te boven zou
komen.
De Duitsers zijn weg, de Callantsogers keerden te
rug naar hun dorp. Maar de kroon ontbrak nog:
Callantsoogs aloude zelfstandigheid.
Lang wist men niet, wat er zou gebeuren. Af en toe
scheen het of de bewoners de moed dreigden op
te geven, alsof ze zich neerlegden bij de gedachte,
dat de gemeente zou worden ingelijfd bij een an
dere, een grotere. En af en toe waren enkele zo ver
heen, dat ze zuchtend berustten: "Wanneer het
dan toch moet, dan in hemelsnaam maar bij..."
Het is niet zover gekomen. Vrijdag j.1. wachtte aan
de grens der gemeente de nieuwe burgemeester,
de heer Correljé, die met zijn gezin werd binnen
gehaald met zoveel vreugde, dat de dag voor hem
altijd een onvergetelijke zal blijven. Maar ditzelf
de is het geval met de Callantsogers, die in hem
PE OifZECTEUfZ VAN HET POST KANTOOR. VAV
CALLAhJTSOOe ev AUTEUR. VAM DEfV A/AAM
Zelfstandigheid;
het loon voor betoonde moed
Eeuwen gleden voorbij en zo iets de rust van Cal
lantsoog verstoorde, dan was het de storm, die de
kust teisterde en de witgelcuifde golven van de
eindeloze zee tegen de duinen te pletter joeg. Dat
een werkelijk nijpend gevaar, doch uit het Oosten,
zou kunnen komen, daaraan had in het dorpje tot
voor weinig jaren nooit iemand gedacht. Toch is
het zo gekomen. De Hunnen trokken uit op roof
en nadat ons land vijfjaar lang aan hun plunder
en vernielzucht ten prooi was geweest, mochten
we in ogenschouw komen nemen, wat er van het
vredige en vriendelijke Callantsoog was overgeble
ven. Veel was het niet, maar alle moeilijkheden
ten spijt, weerklinkt er thans vrolijk het lied van
de arbeid, dat de wederopbouw begeleidt.
De bewoners van onze barre kusten zijn niet van
het soort, dat het hoofd laat hangen. Meer dan de
verdere bevolking van ons land zijn ze gewend ge
raakt te vechten tegen de elementen, wanneer die
in al hun woede zijn losgebarsten, ze weten van
strijd tegen storm en ontij.
Toen ze door de Duitsers uit hun plaatsje werden
In een map, vol met krantenknipsels, die we te leen hadden van Willem Barten, vond ik deze fraaie
tekening, vergezeld van een artikel over Callantsoog. De schrijver is onbekend. We drukken hieron
der een deel van het artikel af.
HOLLyWOOO
-54.-