Op-de< Buurt
LflJiXj &e*i vervolg)
fan Mooij Pzn.
Op bijgaande foto staat afgebeeld Cornelia
Thomasz-van de Berg. Ze was één van de 13
kinderen uit het huwelijk van Geertje Mooij
(die in 1913 honderd jaar werd) en Arie van
de Berg (zie ook de Clock jaargang 2 nr. 3, blz.
50/51 en 9 nr. 2, blz. 40/41).
De foto is genomen 'op de Buurt'. Geschatte
leeftijd van Cornelia is 80 jaar. Ze heeft een re-
dicuultje (tasje) in haar handen. Foto uit plm.
1920!?
Wim Lastdrager
Foto ter beschikking gesteld door
mevrouw N. Glasbergen-Thomasz.
In het stukje Lang geleden dat in de vorige Clock gestaan heeft, heb ik niet vermeld dat er vele
oorkonden en documenten, die betrekking hebben op het eiland 't Oge, bewaard zijn gebleven. In
het boek 't Oge van Henk Schoorl wordt er een aantal genoemd. Om precies te zijn 296. Men kan ze
vinden in het Rijks Archief in Den Haag of in het Provinciaal Archief in Alkmaar.
In de eerste oorkonde (jaartal 1247) die Schoorl
noemt staat dat graaf Willem II aan Willem, heer
van Brederode, de zeevond (uit zee aangespoelde
zaken, red.) tussen Zijpe en Huisduinen toekent.
In een oorkonde van 1409 staat: Graaf Willem VI stelt
Dirk Stokensz aan tot schout op 't Oog.
In 1416 oorlcondt Willem I, heer van Brederode dat
de Ogers de opbrengst van hun korenmolen en
het recht van de wind mogen gebruiken tot onder
houd van de kerk.
In 1494 rapporteren pastoor Jan de Veent en twee
schepenen dat 't Oog 150 haardsteden telt, dat het
levensonderhoud agrarisch-maritiem van aard is.
(Er lagen toen twee dorpen op 't Oog).
In 1505 benoemt Walraven II, heer van Brederode,
Anthonis Anthonisz alias Viseler voor de duur van
het leven tot pastoor op 't Oog.
Omstreeks 1520 oorkondt Walraven II dat hij 'ge
meen weiden' en enige nadere oude gebruiken ver
biedt. Hij machtigt schout en schepenen om bij
doodslag in eerste instantie een onderzoek in te
stellen, de dader te arresteren en hem met een pro-
ces-verbaal aan de baljuw uit te leveren. Ook moe
ten de Ogers hun dorp met schuttingen of kaden
tegen zandverstuiving beschermen. Afgebroken
huizen moeten zij volledig opruimen en ze zijn
verplicht tot herbouw.
1542. Gerbrand van Schagen, deken van West-Fries
land, geeft toestemming tot verkoop en overdracht
in erfpacht van het land bij de Ogerkerlc om daar
huizen op te timmeren.
In 1570 overspoelt de Allerheiligenvloed het eiland
't Oog.
In 1592 leggen de inwoners van Callantsoog ten
overstaan van een Allcmaarse notaris ten huize van
Obbe Jansz., waard te Callantsoog, een verklaring
af van kustafname. In de verklaring zeggen ze dat
het overspoelde Callantsoog een zeer schoon dorp is
geweest, met schone weiden en huizen wel gepopuleert. Ze
hebben tot hun leedwezen alles moeten verlaten en zijn
op een zekere hoogte, genaamt dejewel gaan wonen.
Van 1570 tot 1600 gebeurt er aan de geslagen gaten
in duinen en dijken niets. Wel wordt er veel ver
gaderd. Pas op 18 juni 1610 besluiten de afgevaar
digden van de steden van West-Friesland en het
Noorderkwartier in vergadering te Hoorn bijeen,
de bedijking van het Ogemergat ter hand te nemen
en deze dijk een voet hoger te maken dan de dijk
Callantsoog-Huisduinen.
Op 17 juli 1610 verzoeken de raden van West-Fries
land en het Noorderkwartier het stadsbestuur van
Amsterdam om een voorschot van 30.000 a 40.000
pond. Dit geld zal besteed worden aan de betaling
van arbeidsloonen aan de werkers aan de Zand
dijk.
-53.-