De sloop, eind 1996 - Foto familie Pronk bevond zich geen ruimte onder de vloer, het vocht trok regelrecht omhoog de wanden in. Het behang kwam overal spontaan van de mu ren af. Op een keer was Joke in de keuken be zig en hoorde Piet tegen haar praten. Ze keek om zich heen maar zag hem eerst nergens tot ze het hoofd van Piet ontwaarde dat onder de vensterbank, door een gat in de muur, de ka mer in stak en meldde dat hij met een stevige klap het metselwerk even had getest! Ze kon den er de lol gelukkig van inzien. Ze woonden er zes jaar met veel plezier en genoten van het buitenleven en de moestuin. Piet werkte gedurende die periode zo'n an derhalfjaar voor de gemeente Callantsoog en hield het daarna voor gezien. Het gezin ver huisde in 1980 naar Nieuwegein, waar Piet de functie bekleedde van Opzichter Plantsoenen en Begraafplaatsen. Ze betrokken er een mid denwoning in een rij van acht. De voortuin was niet groter dan een postzegel en de ach tertuin formaat theedoek. De kinderen voel den zich er niet erg op hun gemak. Ze waren de vrije ruimte gewend en liepen in het begin 'gewoon' overal door de aan elkaar grenzende achtertuinen van de buren. Vervolgens kwa men ze in 1983 in Haarlem terecht voor het werk als Hoofdopzichter Begraafplaatsen Ge meente Haarlem. Wat al met al een oppervlak te van 21 hectare besloeg! Plus de zorg voor een mausoleum. De opgroeiende kinderen raakten meer ge wend aan het leven in de stad en werden ook lid van diverse verenigingen. In die tijd kwamen ze wat minder naar Callants oog. Het molenhuis gebruikten ze nu als recreatieverblijf want 'buiten' bleef trek ken. Veel weekenden en vakanties brach ten ze er door. Toen de kinderen groot genoeg waren en niet meer altijd mee wil den, genoten Joke en Piet er samen. Nog weer later wilden de jongelui daar zelf wel eens een weekje bivakkeren. In 1982 gooide het Polderbestuur het molenhuis in de verkoop. Teun Mooy werd de nieuwe eige naar. Het bleef in gebruik als vakantieadres voor kinderen en kleinkinderen. Zo nu en dan meldden gegadigden zich om het huis van Teun te kopen. Hij peinsde er niet over, was zijn reactie. Een jaar of wat later voelden Joke en Piet er veel voor het huis zelf in bezit te krijgen. Joke ging er maar eens een balletje over opgooien bij haar vader: "Wilt u het mo lenhuis niet verkopen?" Teun: "Ilc peins er niet over." "Ook niet aan ons?" "Ja wel vezellef, dat ligt in de lijn van de verwachting." En gelijk tegen Piet: "Maak het maar voor mekaar. En bel met die en die notaris en dan zegje maar wanneer ik m'n knappe pak an moet." "Ja, dat is allemaal goed en wel, maar mag ik ook we ten watje er voor hebben wil?" was de reactie van Piet. Na vijftien jaar Haarlem kwam er door om standigheden een eind aan Piets werk en het wonen in de bijbehorende dienstwoning. Joke wilde graag terug naar Callantsoog. Ze kon den kiezen tussen een nieuwbouwhuis in Plan Noord of de plek aan het Molenwater. Enkele andere panden die her en der te koop stonden werden nog wel bekeken. Maar er kwamen steeds veel mitsen en maren naar voren. Het was al gauw duidelijk dat die ene plek bleef trekken. Ze maakten plannen voor verbouw en renovatie. Aannemer Jan Veuger belceelc het spulletje en adviseerde een nieu we woning neer te zetten. Het molenhuis was de moeite van het oplappen niet meer waard. Het ging ze wel aan het hart dat het zou ver dwijnen. Toch hakten ze, na enig wikken en wegen, de knoop door. Er werd een bouwplan ontworpen met grote ramen, die aan alle kan ten uitkijken over het land. De te bebouwen grond verhoogde men eerst met tachtig cen timeter. Geen last meer van natte muren. De bouw startte in januari 1997 en voor de Kerst woonden ze in hun nieuwe huis. Ze wonen er allebei nog zeer naar hun zin. Joke en Piet zijn inmid dels opa en oma van ze ven kleinkin deren en één achterklein kind. Het gemaal nu, augustus 2007 -51.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2007 | | pagina 11