Latuj geledens
Pauze.
Daarna de lezing door de heer Aten, Het was
boeiend om te horen hoe er rivaliteit heerste
tussen de handelssteden Alkmaar en Hoorn.
Het werd ons op humoristische wijze verteld.
We hebben beelden gezien van een 'Overtoom'
en ook wat een karwei het was om daar met je
boot overheen te moeten. Het leek een beetje
op klunen. Om kwart voor elf werd de avond
door Dries afgesloten. Er waren 34 leden aan
wezig.
Wim Lastdrager
Het oudste geschreven bericht stamt uit het
jaar 920. Het is een zogenaamde giftbrief,
waarin graaf Dirk I en zijn vrouw Geva een
deel van hun bezit afstaan aan het klooster in
Egmond.
Schriftelijke gegevens over het gewone, dage
lijkse leven op eiland het Oge zijn tot nu toe
niet gevonden. Ook stoffelijke zaken zoals res
tanten van gebouwen zijn nooit boven water
gekomen. Of we moeten de huidige kerk noe
men, die is namelijk gedeeltelijk opgebouwd
met stenen van de oude dorpskerk die op het
Oge heeft gestaan. Huizen en boerderijen wa
ren van hout. Tijdens de Allerheiligenvloed
van 1 november 1570 werden die allemaal
weggespoeld.
Er is maar weinig bekend over het oorspron
kelijke dorp Callinge. Toch kunnen we er ons
wel iets van voorstellen hoe het er uit zag.Van
andere dorpen in de omgeving zijn resten van
menselijke bewoning opgegraven die dateren
van omstreeks het jaar 1000. Callinge zal daar
niet veel van verschild hebben. De kerk vorm
de meestal het middelpunt met de huizen er
omheen. Ze deden meer aan hutten denken:
een geraamte van palen steunde het dak dat
bedekt was met stro of riet. De wanden waren
van takken of planken en bestreken met leem.
Enkele openingen zorgden voor licht en lucht
in de hutten. Door een opening in het dak ver
dween de rook van het vuur dat in het midden
gestookt werd. Een bof voor de bewoners van
het Oge was het hout van vergane schepen dat
aanspoelde op het strand en voor het oprapen
lag. Ze hadden zodoende nooit een tekort aan
brandstof.
Was er vee dan leefde dit, zeker in de winter,
in een afgescheiden deel onder hetzelfde dak.
Ging het met de bewoners goed dan werd er
een stukje woning aangebouwd. Een enkeling
bouwde zelfs een aparte stal. Toen het dorp in
het zuiden van het eiland door zand oversto-
ven dreigde te raken, weken mens en dier uit
naar het noordelijke gedeelte.
Het oude Callinge lag er in 1540 verlaten bij.
Door het bouwen van meer hutten werd het
nieuwe dorp groter. Ook de kerk werd ver
groot en daar kwam de klok, gegoten in 1491,
te hangen, die meegenomen was uit de oude
kerktoren.
In de hutten was weinig meubilair, een tafel
en wat krukken. Soms één of meerdere kisten
om goederen in te bewaren en ook om op te
zitten. Daarnaast waren er grote voorraadpot-
ten, kleinere drinlcpotten en schalen van aar
dewerk. Gegeten werd er met een houten le
pel uit een houten nap. Er waren wel messen,
maar vorken werden niet gebruikt.
Het belangrijkste voedsel was brood. Het be
stond uit verschillende soorten graan. Rogge
teelde men veel, haver vooral als veevoer en
boekweit diende voor pap. Behalve brood at
men bonen, knollen en kool. Wilde planten
zoals bijvoorbeeld de paardebloem, brandne
tel en zuring werden als groenten verwerkt.
Fruit werd er natuurlijk ook gegeten. Als zoet
stof werd honing gebruikt.
Omdat het Oge water om zich heen had werd
er ook veel vis gegeten. Wat dronk de gewone
man? Er was slap bier maar meestal dronk
men water uit de put. Vlees was er alleen bij
bijzondere gebeurtenissen.
Iedereen die zich met de geschiedenis van Callantsoog bezighoudt, ontdekt dat er over heel vroeger
nagenoeg geen geschreven berichten zijn. Dat is begrijpelijk, want heel weinig mensen konden vóór
het jaar 1000 schrijven.
Gegevens gedeeltelijk ontleend aan het boek
'Leven in het jaar 1000' van Martin de Bruijn.
-27.-