was bereid om me als krullenjongen aan te ne men zolang ik maar niet verwachtte loon te ontvangen. Natuurlijk vond ik hem uitermate krenterig dat hij me niet eens wat zakgeld aanbood. Maar vader raadde me aan zijn aan bod aan te nemen, mij er op wijzende dat zon der enige ervaring in timmeren, ik nauwelijks kon verwachten loon te ontvangen. Zodoende schafte ik me wat gereedschap aan en ging op weg naar oom Piet's werkplaats De schade was fenomenaal... Het bleek dat ik me de moeite om gereedschap mee te nemen had kunnen besparen, want ik had het niet nodig. In plaats van onderricht in timmeren te geven gebruikte mijn oom me alleen maar als loopjongen en werkplaatsop ruimer. Aan het einde van de week zei één van de timmerlui sarcastisch: "Oom Piet is zo ingenomen met je werk dat hij je loon wil ver dubbelen." Daarna barstten alle aanwezigen in lachen uit. Ilc deed heel wat slavenwerk voor oom Piet totdat een timmerman, die daar in tijdelijke dienst was, medelijden met me kreeg en me onder zijn hoede nam. Die man, genaamd Ge- rard Zeeman, begon me in ernst het timmer vak bij te brengen. Binnen een paar maanden leerde hij me het gebruik en slijpen van ge reedschap, de betekenis van verscheidene vak termen, het bedienen van houtbewerkingsma chines en bracht me een redelijke kennis van bouwmaterialen bij. Intussen verwaarloosde ik de theoretische kant van het timmervak niet. Ik ging naar de zelfde avondschool die broer Gert had afgelo pen vóór hij naar Duitsland was gegaan. Nu was het mijn beurt om verder onderricht in rekenen en Nederlandse taal te krijgen en de beginselen van boekhouding en technisch te kenen te leren. Het waren de eerste lessen die ik ontving in tekenen met haak en driehoek op een echt tekenbord ik wist toen nog niet dat zulk gereedschap onmisbaar zou blijken te zijn in mijn toekomstige carrière. De avondschool werd in Schagen ge houden. Vier keer per week fietste ik de twaalf kilometer afstand daarheen en weer terug. Ilc kwam dan uitgeput om een uur of tien thuis en miste vaak het samenzijn met de andere gezinsleden in onze warme en gezel lige woonkamer. Maar op een avond die ik nooit zal vergeten kwam ik op tijd thuis voor de huiselijke gezellig heid. Die avond vond een vermakelijk voorval plaats dat moeder ernstig in verlegenheid bracht. Het was vader's verjaardag en toen ik thuis kwam waren de feestelijkheden nog in volle gang. Eerder die avond had moeder de visite een paar glaas jes aangeboden van wat ze dacht zelf gemaakte wijn te zijn. Ze dronk bijna nooit zelf iets en vader had zijn ge bruikelijke glaasje ouwe klare. Trots op haar zelfgemaakte product had moeder haar visi te gevraagd: "Nou wat denken jullie van dat wijntje?" Beleefd prees iedereen haar wijn: "Ja, mmmm, heerlijk hoor!" Bij mijn thuiskomst gaf moeder me ook een glas van haar hooggeprezen drank. Maar toen ik er een slok van nam trok mijn hele mond samen van de wrange smaak. Klaarblijkelijk was het geen wijn maar uitermate zuur zwar- tebessensap hetgeen alleen drinkbaar was in verdunde vorm en met veel suiker. Met afkeer verkondigde ik: "Harrejasses, dit is geen wijn 't is zwartebessensap!" Het is te begrijpen dat moeder zich dood schaamde. Vlug maakte ze een paar flessen echte wijn open, maar dit keer proefde ze er eerst van voor ze het haar visite aanbood. DE MEUBELFABRIEK IN OUDKARSPEL Gerard Zeeman, mijn hoog gewaardeerde tim- merinstructeur, kondigde tegen het einde van het jaar aan dat zijn werk in Callantsoog was voltooid en dat hij weer naar zijn woonplaats Oudkarspel terug zou gaan. Hij was van plan -30.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2007 | | pagina 10