Het Molenhuis (1940-1943
Jannie Provily
men we de fiets, de rest van
de tijd met de bus van Van
Scheijen.
In een aantal artikelen vertellen enkele bewo
ners over hun verblijf in het 'Molenhuis'.
Het eerste is van de heer G. Klein. Hij schreef
het onderstaande stuk voor de Badbode van 9
juli 1988.
Na het bombardement in Den Helder op 24
juni 1940 besloten mijn ouders dat wij de
stad, althans 's nachts, zouden verlaten. Na
een kort verblijf bij familie aan de Langevliet,
kwamen wij terecht in de schilderswerkplaats
naast de melkfabriek in Groote Keeten. Het
was één kale ruimte en al het meubilair en
vijf bedden moesten er geplaatst worden. Een
zeer krappe bedoening. Na ongeveer een half
jaar kregen we de kans om te verhuizen naar
het huisje bij het Molenwater. Ook weer krap,
maar tenminste een leefbaar geheel. Als de
omstandigheden anders waren geweest zou
men het verblijf aldaar zelfs idyllisch hebben
kunnen noemen.
Dagelijks gingen we naar ons werk of school
in Den Helder. Zolang het weer het toeliet na-
Toen ik in 1942 mijn eind
examen had gedaan verhuis
de ik naar Amsterdam; mijn
ouders volgden in 1943. Wij
voelden ons in het huisje
aan het Molenwater rede
lijk veilig. Er was slechts één
negatief punt. De Duitsers
hadden op enige afstand van
ons onderkomen een 'fop
vliegveld' aangelegd met
houten vliegtuigmodellen.
Dat moest de Engelsen er toe
brengen hun bommen hier
boven los te laten.
Een enkele keer is dit ook gebeurd met een
bominslag in de weilanden achter het huis.
De schade bleef gelukkig beperkt tot een paar
schapen.
Wij hebben in die paar jaar veel kennissen en
enkele goede vrienden onder de oorspronkelij
ke bevolking gemaakt. Met name de fami
lies Baken en Zwaan zijn blijvende vrienden
geworden. Dat het echte vrienden waren is
vooral gebleken toen in de hongerwinter
19444945 mijn vader en zuster te voet vanuit
Amsterdam de barre tocht naar Groote Keeten
moesten ondernemen voor het verkrijgen van
het nodige voedsel. Helaas moest worden vast
gesteld dat deze menslievende houding niet
door veel anderen werd aangenomen, hetgeen
eens temeer bewijst, dat men in tijd van (ech
te) nood zijn (echte) vrienden leert kennen.
Samenvattend: Ondanks het feit dat het zo'n
onaangename tijd was, heb ik, over de hele
linie genomen, prettige herinneringen over
gehouden aan ons verblijf in Groote Keeten-
Callantsoog.
De naam stamt uit de begintijd toen er met een watermolen, aangedreven door windkracht, ge
werkt werd. De molenaar woonde in de bijbehorende dienstwoning, het molenhuis dus. Op de plek
van het oude pand staat tegenwoordig een nieuwere versie, bewoond door een 'gewoon' gezin. En
de molen maakte lang geleden plaats voor een gemaal.
Het geheel bevindt zich ten noorden van de Abbesteder nollen. Er liep altijd een weggetje met 'recht
van overpad' dat uitkwam op de Noord Schinkeldijk. Het pad stopt nu bij het gemaal. Een ritje op
de fiets en genieten van de rust daar in het land is een aanrader!
foto uit collectie familie Meijer
-6.-