Raadsel rond stranding van spionagesctiip
Cees Vriesman
Het was een wat geromantiseerd verhaal en of
het werkelijk in de gemeente Callantsoog ge
strand was, werd ook niet helemaal duidelijk.
Om dat verder uit te zoeken was niet eenvou
dig, ook de schrijver kon het in zijn verhaal
niet duidelijk maken.
Na de stranding werd het scheepje vlot getrok
ken door de sleepboot Ganges (B.S.1). In het
archief van Willem Barten was alles te vinden
over de sleepboot, vanaf de bouw in 1921 en
het onderbrengen bij het Bergungsschiffver-
band in 1941 tot de sloop in 1952.
Om over het scheepje, in het artikel HB 261
genoemd, wat te vinden was heel wat moei
lijker. Tot ik in contact kwam met iemand
- notabene uit Valkoog - die dit al eens had
uitgezocht.
Het bleek dat de kotter als visserijmerk H261B
en niet HB261 voerde, de naam was M/B Streif
en als strandingsplaats werd Callantsoog op
gegeven.
Hier de gegevens uit het Duits die ik kon vin
den; Het volgende komt uit het Kriegstagebuch
Admiral in den Niederlande:
16-10-1941: De Noorse kotter H261B strandde
bij Callantsoog. De boot was zogenaamd 12
dagen eerder als patrouilleschip uit Schotland
vertrokken, zeven Noorse marinesoldaten in
Engelse dienst werden gevangen genomen.
Het scheepje was vertrokken uit Bremnes op
27 augustus 1941 met drie mensen aan boord
en bereikt Lerwick op 29 augustus.
Bij de vlucht uit Noorwegen bestond de be
manning uit de volgende personen: Eigenaar
Rilcard Endresen, Jalcob Leonard Steinsvag en
0ivind Steinsvag.
De kotter maakte deel uit van de zogenaamde
Shetlandbus, een aantal schepen dat ingezet
werd voor spionage en sabotage, hoofdzake
lijk in Noorwegen. De schepen vertrokken
voor hun acties uit diverse Schotse havens.
Tot zover de tot nu toe bekende gegevens. Met
dank aan Willem Barten, Theodor Dorgeist en
vwy
CALLANTSOOG In
de vroege morgen van 26
oktober 1941 loopt tussen
Den Helder en het dorpje
Callantsoog een kleine
Duitse patrouille op het
strand. Een routinebezig
heid voor de Duitsers, die
enige malen per dag het
voor Nederlanders verbo
den strand controleren.
Het is nog donker, regen
achtig en het 'zicht' is
slecht.
Na terugkeer meldt deze dat
er een klein schip, schijnbaar
verlaten, op het strand ligt.
Verlaten, want mensen heeft
hij op het dek van dat schip niet
gezien; achterop (op de achter
steven) wappert een rode vlag
met een blauw/wit kruis.
„Dat is raar", denkt de Feld-
webel, „dat is dus geen Duits
schip." Een andere soldaat die
in Hamburg woont en een paar
jaar op koopvaardijschepen
heeft gevaren, veronderstelt
dat het een Noorse of een En
gelse vlag is (de vlaggen van
beide landen lijken op elkaar).
De Gefreiter wordt naar de
_dicMsbnziuKk^oirn^
drankflessen.
Nadat die mannen hardhan
dig zijn gewekt en naar het
strand afgevoerd, stellen de
Duitse officieren een eerste on
derzoek. in. Uit de gevonden pa
pieren blijkt het gestrande
scheepje een. Noorse viskotter
te zijn, die voor één. of andere
geheime Engelse dienst vaart.
Het scheepje is in Noorwegen
geregistreerd als HB 261 (H
Hordaland, B Bergen) en
was op 14 oktober vertrokken
uit Peterheaö (een haven aan
de Schotse oostkust).
De Duitsers vinden aan
het begin van de Duitse bezet
ting met het scheepje van Noor
wegen naar Engeland ge
vlucht. Het achttien meter lan
ge vaartuig was het eigendom
van reder Streif die in Horda
land, een klein dorpje dichtbij
de grote vissersplaats Bergen,
woont.
Kriegstnarine
Nadat de verhoren waren af
gelopen, werden de Noorse
krijgsgevangenen naar Duits
land gebracht en in een gevan
genkamp opgesloten. Na beëin
diging van de oorlog keerden ze
behouden in hun vaderland te-
Op dat strand ligt van al]
aen, stukken va
'n
ties. De r;st van de patrouille
Hel scHeépje werd een paa
Op zaterdag 29 mei 1999 stond er een artikel van Ger van der Burg in de Schager Courant over een
gestrand spionageschip tussen Callantsoog en Den Helder. Het scheepje liep op het strand op 26
oktober 1941 en voer onder Noorse vlag.
Scheepje van hetzelfde type als de H261B
Een zgn. Shetland bus, gefotografeerd in de haven
van Scalloway.
-9.-