Vroeier... Wim Lastdrager In het begin schrijft hij nog over zijn over grootmoeder, die in de volksmond Griet Keuris werd genoemd. Als zevenjarig jongetje moest hij met zijn broertje Jan ellce zondagmorgen naar Bertus Blom. Die woonde zo'n drie kilo meter verderop. De jongens moesten bij Bertus opoe's armenuitlcering van 1,50 halen. Hier mee moest zij een week rond zien te komen. Op 29 september 1963 was Piet Vosjbz. 75 jaar geworden. Hij nam zich toen voor, over zijn leven te gaan schrijven. Het werd een heel boekwerk. Hij noemde het: Het werk en leven van een 75-jarige Callantsoger. je, dat we in een walletje bij de oude kuil verstopten. Als het kermis was, kwam het busje te voorschijn en hadden we volop kermisgeld. Dat was twee jaar goed gegaan. Het derde jaar zouden we het busje maar dichter bij huis verstoppen. Achter de boet van Adriaan Vader was een zandkuil en in zijn hoge kant vonden wij ook een mooi plekje. Dit werd nu onze spaarkluis. Mijn broer en ik kregen dan elk van haar een cent. Die centen spaarden we op. We deden ze in een bus- Een paar weken was 1 zekere zondag, dat we goed gegaan. Doch op een spaargeld, twee cent, weer zouden inleggen, was het busje verdwenen. Hierna zijn we maar gestopt met sparen. In de winter moesten we elke avond een war me steen naar groot moeder brengen en deze dan onder de de kens leggen, zodat zij in een warm kooitje kon kruipen. Naast het huisje van ouwe grootmoeder stond de boerderij van jaap Mooij en Piet Haan. De laatste had veel liefhebberij voor honden en katten. Er mocht nooit een beest doodgemaakt worden, dus is het wel te be grijpen dat het er niet erg fris rook. Daar bij kwam nog dat hij er ook een paar dek- bokken op na hield, die ook al geen lekkere geur verspreidden. Onze grootmoeder kwam vaak bij de bu ren, erg veel last van de stank heeft ze waar schijnlijk niet gehad. Ze is 93 jaar gewor den. -68.-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Clock van Callens-Ooghe | 2006 | | pagina 8