Schoolfoto 1914
en legde het dagboek terug waar hij het had
gevonden, zonder het aan iemand anders te
vertellen. Het is dus best mogelijk dat we al
lemaal werden gered door de barmhartigheid
van één Duitse soldaat.
Al vanaf het begin van de Duitse bezetting wer
den Nederlandse Joden vervolgd. Tegen 1943-
44 waren de meesten verdwenen; sommigen
waren ondergedoken of op tijd gevlucht naar
een vrij land, maar het merendeel was naar
Duitsland gedeporteerd. Er verspreidden zich
geruchten dat duizenden Joden en andere 'on
gewenste' mensen door de nazi's werden ver
delgd, hoewel dit moeilijk kon worden beves
tigd vanwege de strenge censuur. De volledige
omvang van de misdaden die de nazi's tegen
de Joden bedreven werd pas na de oorlog ont
huld. Maar tegen het einde van de bezetting
wisten we al meer dan genoeg van de gruwe
lijke methoden die het nazi-regime toepaste.
Joodse mannen die met niet-Joodse vrouwen
waren getrouwd en het Christendom aanhin
gen hadden geluk. Die mannen werden niet
naar de gaskamers gezonden, maar werden
als dwangarbeiders op het platteland te werk
gesteld. Tientallen van deze Joden arriveerden
in Callantsoog, waar ze honderden palen in
de omliggende weilanden moesten plaatsen.
We konden ze daar zien werken met de gele
Davidster tentoongesteld op hun kleding.
De angst voor een Engelse invasie werd steeds
groter onder de Duitsers en het landen van
Britse vliegtuigen in onze weilanden moest
worden verhinderd. Vandaar de creatie van
wouden bestaande uit drie meter lange palen
die door de Joden op onderlinge afstand van
tien meter werden geplaatst. Het was zielig
om te zien hoe deze Joden, waarvan velen mu
zikanten of intellectuelen waren, hun zachte
handen beschadigden met het ruwe werk dat
ze moesten doen. Maar ze klaagden niet al
les was beter dan de gaskamers.
Het was verbazend hoe deze Joden er de moed
inhielden en zelfs een klein symfonie-orlcest
oprichtten. Zo'n twintig muzikanten gaven
eens per week een uitvoering in een zaaltje in
de Groote Keeten. Het was voor mij de eerste
gelegenheid om echte concerten bij te wonen.
Ondanks hun ontberingen overleefden de
meesten van deze tot het Christendom bekeer
de Joden de oorlog.
Annie Zwaan-Hoogschagen
Trijntje kwam van Abbestee, maar in hetzelfde
jaar dat de foto gemaakt werd, is ze overleden
aan blindedarmontsteking. Op school werd ze
ziek en is naar huis gestuurd. Later werd ze
gevonden aan de kant van de weg. Kort daarna
is ze overleden.
Naar alle waarschijnlijkheid staan ook Neel-
tje Oosterman (moeder van Hennie, Jannie
en Jaap Vriesman) erop, en Maartje Hollander
(moeder van Guus en Rens Roos). Dat waren
schoolvriendinnen van mijn moeder.
Mijn vader en moeder en ook ikzelf hebben
tot hun dood contact gehad met meester Lang
horst en zijn vrouw. Ze kwamen regelmatig bij
ons aan de Voorweg een paar dagen logeren.
Ik keek daar als kind altijd naar uit, want dat
was heel gezellig.
Na meesters pensionering woonden ze in Alk
maar aan de Regulierslaan. In de vakanties
ging ik ook bij hen in Alkmaar logeren en
mocht dan ook een vriendin meenemen. Ilc
heb daar hele fijne herinneringen aan. Zelf
hadden ze geen kinderen. Volgens mijn moe
der was meester Langhorst een strenge onder
wijzer, maar wel rechtvaardig.
Ik wil nog even reageren op de schoolfoto uit 1914 die in De Clock nr. 2 van dit jaar stond. Op de
onderste rij helemaal links moet mijn moeder staan: Jacoba (Koos) Kruisveld, geboren 1907. Naast
haar, tweede van links is Trijntje Baken, daar ging m'n moeder mee naar school.
Trijntje Baken is geboren op 28 september 1907, over
leden op 24 oktober 1914.
Zij was een dochter van Pieter Baken (4.5.1877
- 7.10.1942) en Dieuwertje Zeeman (13.4.1878 -
26.12.1969).
Trijntje is overleden op de eerste verjaardag van
haar broer Gerrit (later wonende aan de Helmweg
10 te Groote Keeten).
Haar grafsteen staat bij de ingang van de Callants-
oger begraafplaats.
Er is op 11.1.1916 een tweede Trijntje geboren.
-80.-