ten, want hij had toen al verkering met Annie
Weij, geboren op 4 januari 1912 te Groote Kee-
ten. Op 2 mei 1936 traden zij in het huwelijk.
Na een tip van een collega bakker uit Juliana-
dorp is vader in 1940 de bakkerij gestart op de
Achterweg 24 in Groote Keeten. Deze bakkerij
was overgenomen van Jo Johannes. Dit werd
zijn redding, hij mocht het leger verlaten. Net
op tijd, want de Duitsers begonnen al rotzooi
te maken op Texel. Op de zakken waarin het
brood werd verpakt, kwam te staan: 'Bakker
Beun Bakt Best Brood'.
Tijdens de oorlogsjaren 1940-45 waren er al
tijd buren die zorgden dat de bakkersoven
voorzien bleef van takken, hekwerk, brugge
tjes enzovoorts, want zonder brandstof geen
brood. In de oorlog werd er ook wel meel in
jutezakken op het strand gevonden. De Mon
golen (zo noemden ze de Aziaten die in Duitse
dienst waren) brachten ook van die zakken
met meel. Vader moest daar brood van bak
ken. Het goede meel gebruikte hij voor zijn
eigen brood, van de korst die door het zeewa
ter in de zak vastzat, bakte hij brood voor de
Mongolen. Die waren hier niet blij mee, want
het was veel te zout.
Op een kaart van West- en Oost Europa, gekre
gen van een krijgsgevangene, werden nauw
keurig de vorderingen van de oorlog bijge
houden. De oude radio weggestopt ergens op
zolder voor het afluisteren van radio Oranje.
Koningin Wilhelmina plus nog een aantal mi
nisters spraken het Nederlandse volk toe van
uit Londen.
Het brood werd lopend, met de bakkersfiets
of per auto en later met een klein paard (een
ketje), bezorgd. Dit arme beest was hyperner
veus. Op een dag, het ketje voor de bakkerskar,
was vader op de Langevliet brood van Zweeds
meel aan het bezorgen. Dat was gedropt door
de geallieerden. Maar toen hij terug kwam van
een klant, waren paard en kar verdwenen. Al
les lag in de Langevliet. Een flinke strop, vader
kon opnieuw beginnen.
In de bakkerij hielpen Simon Baken en Gerard
de Wit uit Callantsoog. Na 16 jaar bakkerij
vond vader het wel genoeg en ging het gezin
ongeveer in 1947 verhuizen naar Dorpsweg
32 in Callantsoog. Na korte tijd verhuisden ze
naar Duinweg 7, waar ik als jongste werd gebo
ren op 27 november 1949. Mijn broers en zus
ters, Klaas, Annie, Wil en Jan zijn in de Groote
Keeten geboren. Op de Duinweg 7 werd het
huis warm gehouden door juttershout, want
er waren toen nog strenge winters (o.a. die van
1947/48). Het leven was hard en fysiek zwaar.
Ook buitenshuis maakte vader zich verdien
stelijk. Hij heeft zes jaar in de politiek gezeten,
vijf jaar als raadslid en één jaar als wethou
der. Hij had zitting in de schoolcommissie,
was penningmeester van het Groene Kruis en
deed het een en ander voor de voetbal- en be
grafenisvereniging. Maar zijn grootste hobby
was toch wel het lcelnerswerlc, dit heeft hij 25
jaar gedaan. Tijdens kermis en feestavonden
in 'De Barak' van Aris Vriesman en in Hotel
Callant van Ben de Vries. Maar ook tijdens de
Zandtemer kermis in café De Jonge Prins. Zelfs
in Den Helder was hij soms werkzaam. Ook
werkte hij vaak bij diverse aannemers, o.a. bij
Daalder en Reef.
Van 1956 tot 1962 had vader een bladenwijlc,
o.a. de Varagids, Revue, Margriet, Romance,
Donald Duclc. Veel reclame en patroonboeken
voor het maken van kleding werden eerst met
Annie en later met Willy of met mij rondge
bracht. In dezelfde periode, vanaf 1955, ging
vader bij de firma De Vries-Robbé werken in de
Pettemer duinen. Het project was het bouwen
van de ECN centrale. Vader werd opgeleid voor
het montagewerk, oolc op grote hoogte. De
eerste les 'Werken op grote hoogte' werd bege
leid door een ervaren collega. De training was
op een koeltoren. Eerst vader en hierna de col
lega, moesten met twee stukken gereedschap
naar boven klimmen. Vanaf 1962 werkte vader
- nog steeds in dienst van De Vries-Robbé - bij
de Hoogovens.
Tot veel verdriet van ons overleed vader op 9
augustus 1982 en bleven wij achter met onze
herinneringen aan een goed, hardwerkend
mens.
Jo Beun (in witte kelnersjas) voor de Barak van Aris
Vriesman.
-75.-